Visuele illusies zijn geheide succesnummers in de psychologie. Ze zijn altijd goed voor vermaak en verbazing onder het hooggeëerd publiek. Hoe dat komt? Waarschijnlijk omdat onze beleving van de alledaagse realiteit zo volkomen vanzelfsprekend is. Pas als we merken dat er verschil is tussen een voorwerp in de buitenwereld en onze waarneming daarvan, beseffen we dat ogen geen eenvoudig doorgeefluik zijn die een honderd procent gegarandeerde replica van de omgeving produceren.

Een illusie die heel wat tongen in beweging heeft gebracht is de Müller-Lyer-illusie, genoemd naar de ontdekker ervan, de Duitse psychiater F.C. Müller-Lyer.

De Müller-Lyer illusie

De Müller-Lyer illusie

Je ziet twee verticale lijnstukken waarvan de uiteinden bestaan uit naar buiten en naar binnen gerichte pijlpunten. Het lijkt alsof het linkerlijnstuk korter is. Wie ze nameet, zal echter bemerken dat ze even groot zijn.

Culturele factoren?

Aanvankelijk dacht men dat men dit kon verklaren door culturele factoren: wij (dat wil zeggen ‘westerlingen’) zijn geneigd de uiteinden van de lijnstukken met de pijlpunten te interpreteren als perspectiefaanduidingen. De hoeken van de naar binnen gerichte pijlpunten beschouwen we daarbij als hoeken van de buitenkant en de naar buiten gerichte pijlpunten als de binnenkant van een voorwerp.

We kunnen dat als volgt illustreren:

Perspectiefaanduidingen?

En zoals u ziet gaat ook bij deze voorbeelden de illusie ook op.
Deze theorie vond ondersteuning door onderzoek in Zuid-Afrika. Zoeloes bleken niet, althans veel minder, vatbaar voor de illusie. Zij leven namelijk in een natuurlijke omgeving waarin vrijwel geen rechte lijnen en hoeken voorkomen. Om die reden zouden zij minder gewend zijn diepte in te schatten op basis van dergelijke perspectiefaanwijzingen.
Probleem opgelost? Niet helemaal, want uit later onderzoek bleek dat de verschillen aanzienlijk minder groot waren tussen Zoeloes en blanke Zuid-Afrikanen dan aanvankelijk werd beweerd. Daarnaast kennen ook Zoeloes rechte lijnen en scherpe hoeken. 
Een keiharde verklaring? Niet echt!

Alternatieve verklaringen

De ‘gekantelde’ Müller-Lyer illusie

Kantelen we de lijnen, dan gaat de illusie nog steeds op:

Dit alles doet vermoeden dat er (ook) andere verklaringen bestaan. Zo weten we dat de illusie door de hersenen wordt gecreëerd. Dit blijkt uit het feit dat wanneer iemand met het linkeroog naar de ene lijn kijkt en met het rechteroog naar de andere lijn, de illusie nog bestaat. De oorzaak ligt dus niet in de beelden op het netvlies, maar de verwerking in de hersenen.

Müller-Lyer en oogbewegingen

Een andere verklaring gaat uit van oogbewegingen. Het rechterlijnstuk ervaren we als korter, omdat we bij de waarneming ervan een soort U-bocht maken. Daardoor lijkt het kleiner. Bij het linkerlijnstuk gebeurt het omgekeerde, waardoor het langer lijkt.
Misschien kunnen we daar begrippen als geslotenheid en openheid (of compressie en expansie) bij gebruiken.

Vergelijk het maar met de figuren hieronder:

Dit artikel is een toevoeging en verdere verduidelijking van het eerdere artikel van Jerre. Dat artikel lees je hier.

Geschreven door Willem Visser

Willem heeft een carrière als beeldend kunstenaar achter de rug met exposities in binnen- en buitenland. Later heeft hij een bachelor psychologie gehaald. Momenteel is hij werkzaam als projectondersteuner bij een non-profitorganisatie en is hij freelance werkzaam als tekstschrijver ( https://beeldendetaal.wordpress.com/). Zijn interesse ligt vooral bij de waarnemingspsychologie.

2 comments

  1. Bij bovenstaande uitleg m.b.t. perspectiefaanduiding worden buitenkant en binnenkant van een voorwerp net verkeerd om genoemd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *