In het eerste deel van dit drieluik over de “neoliberale ethiek” schreef ik over de aanleiding tot dit onderzoek. Ook vatte ik kort de neoliberale ethiek samen, zoals omschreven door de Vlaamse psychoanalyticus Paul Verhaeghe, die met de term op de proppen kwam: een gebod tot zelfverbetering gecombineerd met een gebod tot gelukkig zijn. De neoliberale ethiek gaat ervan uit dat elk tekort perfect invulbaar is en dat we zo veel mogelijk moeten genieten. Deze blog gaat over de component van zelfverbetering. Is die echt zo aanwezig in onze moraal als ik eerst impliceerde? En zo ja, wat zijn daar de psychologische gevolgen van?

Doordrongenheid in de samenleving

Het aantal hoog-gerangschikte films (Oscar-genomineerde) als culturele uitingen van het gebod tot zelfverbetering laat weinig meer aan de verbeelding over. Whiplash, maar ook Birdman, Gone Girl en Foxcatcher draaien allemaal om ambitie. The Guardian omschreef 2014 als het jaar van ‘scary determination’. De films “draaien allemaal om personages die hun menselijkheid opzijzetten om te krijgen wat ze willen. Ze drummen tot hun handen bloeden, produceren toneelstukken waar niemand op zit te wachten of halen nachten door om een code te kunnen kraken” (Berger, 2015).

whiplashEen ander symptoom van het gebod tot zelfverbetering is het sterk toegenomen gebruik van medicatie of behandeling om ‘tekorten’ te compenseren, vanuit het adagium dat we onszelf moeten verbeteren. De NRC meldt dat tussen 1996 en 2011 het gebruik van antidepressiva in Nederland met 230 procent steeg. Verhaeghe (2012) betoogt dat er niet echt zoveel zieken zijn, maar dat we dit gegeven moeten zien als exponent van de neoliberale ethiek. De medicatie wordt dus voor een aanzienlijk gedeelte genomen ten behoeve van zelfverbetering in plaats van om het genezen van een mentale ziekte.

Psychologische consequenties

Eenzaamheid is het voornaamste gevolg van deze mentaliteit, aldus Verhaeghe. “Als het heersende discours is dat je moet slagen ten koste van alles en dat falen geheel je eigen verantwoordelijkheid en zelfs je eigen schuld is, dan wordt elk ander een concurrent, met angst en eenzaamheid tot gevolg.” Een recent artikel in De Telegraaf over de toegenomen competitie tussen kinderen op het schoolplein schetst een concreet voorbeeld van deze Hobbesiaanse[1] conclusie van Verhaeghe.

hjrwordtEen andere consequentie is dat inzet is ontkoppeld van een groter doel (Van Baar, 2014). De protagonist in Whiplash is hier een goed voorbeeld van: zijn passie voor het drummen is inhoudsloos. Het is niet duidelijk wat hij zo mooi vindt aan muziek. En toch gaat hij door met oefenen tot zijn handen bloeden. Iedereen heeft alle mogelijkheden tot zijn beschikking (bijvoorbeeld EMDR; zie deel I), maar daarmee komt ook het gebod tot zelfverbetering en de consequentie dat het je eigen schuld is als je het niet redt. De illusie dat we ons slagen of falen volledig in eigen hand hebben, is zeer dominant (dit blijkt bijvoorbeeld uit de populariteit van boeken zoals Hoe je rijk wordt. En blijft van Erica Verdegaal). En dat terwijl de Franse econoom Thomas Pikkety (2014) onlangs aantoonde dat sociale mobiliteit nog steeds beperkt is en ‘slagen in het leven’ (het goed doen in de maatschappij) voor een, groter dan gedacht, gedeelte afhankelijk is van je startpositie. De opvatting van welvaart als kwestie van doorzettingsvermogen is dus onjuist (zie naast Piketty ook Bregman 2014). Maar juist die stelling bevindt zich in het hart van de hedendaagse neoliberale ethiek. Dat zorgt ervoor dat veel mensen ‘falen’ – volgens zichzelf en volgens de maatschappij. Vandaar dat deze maatschappij kampt met meer depressies en burn-outs dan ooit.

Bronnen
Berger, L. (2015, 21 februari). In onze prestatiemaatschappij is iedereen een marathonloper (maar waar rennen we heen?). De Correspondent, gedownload op 21-4-2015.

Bregman, R. (2014, 24 maart). Al onze theorieën over het kapitalisme weerlegd in één grafiek. De Correspondent, gedownload op 21-4-2015.

Verhaeghe, P. (2012). Identiteit. Amsterdam: Uitgeverij De Bezige Bij.

Piketty, T. (2014). Kapitaal in de 21e eeuw. Amsterdam: Uitgeverij De Bezige Bij.

Van Baar, J. (2014). De Prestatiegeneratie. Amsterdam: Atlas Uitgeverij.

[1] Thomas Hobbes is een 17e-eeuwse filosoof die de natuurlijke toestand van de mens zag als een strijd van allen tegen allen (“Homo homini lupus est”).

Geschreven door Maarten van Doorn

Maarten is 21 jaar en studeert op het moment 'Wijsbegeerte van de Gedragswetenschappen' aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Na zijn bachelor Psychologie in Tilburg zocht hij wat meer verdieping in zijn intellectuele dagbesteding, vandaar de keuze voor filosofie. Een filosoof stelt veel vragen. Maarten is erg breed geïnteresseerd, maar stelt zijn meeste vragen op het gebied van geluk, ethiek en onderzoek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *