In Nederland leeft zo’n 20 procent van de bevolking met een angststoornis. Dit is dus één op de vijf mensen. De meest voorkomende angst onder nederlanders is Arachnofobie: de angst voor spinnen. Een veelgebruikte behandelmethode van een fobie of angststoornis is om de patiënt bloot te stellen aan zijn angst: Exposure.  Maar in veel gevallen kost het daadwerkelijk fysiek blootstellen aan de angst veel geld of het onmogelijk dit herhaaldelijk te doen. Denk hierbij aan vliegangst en brontofobie (de angst voor onweer). Toch staan deze beiden in de top 10 meest voorkomende fobieën. Hiervoor is nu een oplossing: Virtual Reality.

3493601806_7f5512fe6d_mWanneer men aan Virtual Reality denkt, denkt men al snel aan nerds die in hun slaapkamer videogames spelen. Toch wordt virtual reality tegenwoordig in de wetenschap steeds meer gebruikt. Jaren geleden in de 18e eeuw werd al gebruik gemaakt van virtual reality: Mensen werden in een soort “cave” gezet waarin het leek alsof ze in een andere wereld waren. Dit werd toen al als zeer echt ervaren. Zo’n cave wordt tegenwoordig ook nog wel gebruikt, maar met de nieuwe technologie kun je alleen met een computerbril al heel veel. Je kunt met virtual reality dus situaties uit het echte leven nabootsen.

Maar hoe kunnen we dat nou toepassen bij het behandelen van een angststoornis? Wanneer iemand ergens bang voor is, komt er een prikkel binnen via de ogen. De ogen zenden dan een seintje naar een deel van je hersenen dat met een emotie reageert. Daarnaast sturen ze ook een seintje naar het deel van de hersenen dat het rationeel verwerkt. Normaal gesproken is het seintje dat de emotie opwekt sneller waardoor je angst ervaart. Door iemand heel vaak bloot te stellen aan iets waar hij bang voor is train je als het ware het seintje dat rationeel verwerkt wordt. Hierdoor is de patiënt uiteindelijk minder bang. Met virtual reality kun je dit proces dus ook in gang zetten, zonder dat je bijvoorbeeld echt onweer of een vliegtuig nodig hebt. Het werkt in principe als volgt: Ervaringen veranderen het gedrag van mensen. Door de ervaringen actief aan te bieden met behulp van virtual reality ga je dus het gedrag van mensen veranderen. Hieronder wordt dit aan de hand van het voorbeeld hoogtevrees uitgelegd in een video van de Universiteit van Nederland.

Er is ook onderzoek gedaan hoe we dit kunnen toepassen bij het behandelen van Post Traumatische Stressstoornissen (PTSS). Het is gebleken dat bij de behandeling hiervan het heel belangrijk is dat de persoonlijke angst van de patiënt precies wordt nagebootst. De patiënt kan als het ware zijn eigen virtuele wereld nabootsen. Hierdoor kan hij zelf bepalen hoe ver hij gaat. Bij bijvoorbeeld seksueel misbruik komt het vaak voor dat de patiënt zich schuldig en verantwoordelijk voelt. Tijdens virtual reality kan de patiënt de kamer waarin het misbruik plaatsvond nabouwen. Wanneer de patiënt dan de dader nabootst en vervolgens zichzelf, blijkt vaak dat de patiënt zichzelf heel klein maakt. Dit is niet realistisch waardoor de patiënt zelf kan inzien dat hij of zij geen schuld heeft.

Virtual reality kan ook voor bijvoorbeeld coaching worden gebruikt. Een virtuele afvalcoach kan ervoor zorgen dat je gezonder gaat leven. Ook kun je oefenen om voor grote groepen te spreken waarbij je voor een virtuele collegezaal staat waarbij het publiek in het begin aandachtig luistert, maar vervolgens verandert in een lastig en afgeleid publiek. Hierdoor kun je trainen hoe je daarmee om kan gaan zonder dat je een zaal vol met mensen nodig hebt. Kortom: Virtual Reality is leuk om spelletjes mee te spelen, maar het kan ook heel goed helpen met lastige situaties in het dagelijkse leven.

Geschreven door Renske van der Linden

Renske is vorig jaar afgestudeerd als Economisch Psychologe. Na haar afstuderen heeft ze een reis door Azië gemaakt. Nu is ze aan het werk als Consultant in de energiebranche. Ze schrijft graag over psychologische verklaringen van dagelijkse gebeurtenissen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *