In november 2016 voerde de organisatie People for the Ethical Treatment of Animals (PETA) een experiment uit. Ze gingen de straat op met kleine bekertjes sojamelk en boden dit aan als een ‘nieuw soort zuivelproduct’. Aan voorbijgangers werd gevraagd wat zij van de smaak vonden, waarna hen werd verteld dat ze hondenmelk gedronken hadden in plaats van ‘gewone’ koeienmelk. De reacties waren bijna allemaal hetzelfde: Verschrikkelijk! Sommigen spuugden de melk zelfs uit, terwijl zij het tijdens het proeven nog lekker leken te vinden.

 

Hoe kan het dat veel mensen geregeld koeienmelk drinken, terwijl ze het een walgelijk idee vinden om melk te drinken van een hond? Een soortgelijke vraag kan men stellen bij het eten van vlees. Over het algemeen vinden Europeanen en Amerikanen het heel normaal om koeien- en varkensvlees te eten. Zou je hen echter een labradorstoofpot voorschotelen, dan zouden de meesten hiervoor bedanken en er waarschijnlijk van walgen. Welke dieren als eetbaar worden gezien en welke niet, wordt bepaald door een ideologie die carnisme genoemd wordt.

De term ‘carnisme’ komt van de Amerikaanse promovendus Melanie Joy. In 2010 verscheen haar boek ‘Why we love dogs, eat pigs and wear cows’, waarin uiteengezet wordt dat er een hele ideologie schuil gaat achter het idee dat we wél koeien, maar géén honden kunnen eten. Het vlees van een hond zal in veel opzichten hetzelfde smaken als dat van een koe of een varken. Het is dus niet de smaak die ervoor zorgt dat men liever geen hondenvlees eet, maar de perceptie.

Dat het niet eten van vlees een ideologie is, vinden veel mensen vanzelfsprekend. Vegetarisme wordt niet beschouwd als het niet eten van vlees, maar als een set van ideeën en een bepaalde manier van leven.

Vlees eten wordt daarentegen gezien als de norm, als ‘gewoon’. Alles wat daarvan afwijkt wordt als anders of zelfs (in het geval van veganisme) als extreem ervaren. Maar wat gezien wordt als ‘normaal’, is in feite niets anders dan de ideologie van de massa. Joy geeft hiervan een voorbeeld in haar boek: “Vóór de wetenschappelijke revolutie geloofde men dat de aarde het centrum was van het universum. Dit geloof was zo diep geworteld in het wereldbeeld van de massa, dat iemand die iets anders durfde te beweren (zoals Copernicus of later Galilei) de dood riskeerde.”  De ideologie van de massa staat dus niet gelijk aan de waarheid, maar gaat daar wel vaak voor door.

Dat koeien wél, maar katten en honden níet als voedsel gezien worden, heeft met een aantal psychologische mechanismen te maken. Het automatisch categoriseren heeft hiermee te maken. Dergelijke schema’s zorgen er bijvoorbeeld voor dat de meeste mensen bij het woord ‘dokter’ denken aan een man in een witte jas, terwijl er inmiddels ook vrouwelijke doktoren bestaan en sommige dokters geen witte jas dragen.

Zo hebben we ook schema’s over wat wel en wat niet als eetbaar gezien wordt. Deze schema’s verschillen tussen culturen. In Europa en Amerika is een hond een dier dat je in huis haalt. Je speelt ermee en je bouwt er herinneringen mee op. Het is daarom niet gepast om dit lieve speelse dier ’s avonds te serveren voor het avondmaal. In India is de kans juist groter dat men schrikt van een maaltijd met koeienvlees, omdat de koe in India heilig is. Deze schema’s zijn cultuur- en religiegebonden en vormen een algemene ideologie.

Een andere reden waarom men in het westen makkelijk koeien-, kippen- of varkensvlees eet, is omdat deze dieren en hoe ze gehouden worden, over het algemeen niet zichtbaar zijn voor de consument. Zoals Linda (of Paul) McCartney al zei: “Als slachthuizen glazen muren zouden hebben, zou iedereen vegetariër zijn.”

Carnisten zijn dus niet hetzelfde als carnivoren. Een carnivoor is een dier dat van nature vlees eet. Mensen behoren niet tot deze biologische categorie. Voor mensen is het daarom een keuze om al dan niet vlees te eten. Zodra men zich bewust is van deze keuzemogelijkheid, kan over alternatieven nagedacht worden. Inmiddels is duidelijk dat het eten van vlees ook slecht is voor het klimaat. Daarnaast komt de bio-industrie steeds vaker slecht in het nieuws.

Welke mogelijkheden bestaan er in de praktijk? Zelf ben ik twee jaar terug begonnen met één dag in de week vlees eten en ben uiteindelijk vegetariër geworden. Er zijn ook alternatieven. Zo begon 1 oktober bijvoorbeeld de Vegan Challenge, waarin je (samen met ruim 5500 anderen) via de mail gecoacht wordt om één maand lang veganistisch te eten. Maar je zou er ook voor kunnen kiezen om alleen buitenshuis nog vlees te eten, of alleen in het weekend. Iedereen mag deze keuze natuurlijk voor zichzelf maken, maar laten we ons ervan bewust zijn dat carnisme, net als vegetarisme, een psychologisch onderdeel van ons wereldbeeld is.

 

Geschreven door Lieke bij 't Vuur

Lieke is klinisch ontwikkelingspsychologe en heeft veel ervaring met kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking. Ook heeft zij gewerkt met mensen met autisme en ADHD. Naast haar werk met kinderen en jongeren is zij geïnteresseerd in de psychologische aspecten van maatschappelijke thema’s als feminisme, duurzaamheid en vegetarisme. Zij studeerde af op een psychologische benadering van afvalreductie op scholen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *