We hebben allemaal verhalen: “Mijn vader was een perfectionist, en ik deed het nooit goed genoeg.” “Mijn ex is een klootzak.” “Ik ben te gevoelig.” “Ik stel altijd teleur.” “Ik hoor er niet bij.” We slepen ze met ons mee als stenen in een rugzak: verhalen over vroeger, over anderen, maar vooral over onszelf. Ze klinken misschien als de waarheid. Maar het zijn verhalen die je brein creëert met een goede reden…
Dat is wat ons brein doet: verhalen verzinnen. Elke dag. Soms grappig, soms pijnlijk. Over jezelf, over anderen, over de toekomst. Het voelt logisch en bekend. Maar het is niet altijd waar, en niet altijd helpend.
Waarom verzint je brein verhalen?
Volgens Brené Brown (onderzoeker en schrijver) gebeurt dit automatisch: “In de afwezigheid van data verzinnen we verhalen.” We willen begrijpen wat er gebeurt, controle voelen, onszelf beschermen. Dus vullen we de lege plekken in met aannames. Zodra we denken dat we het snappen, geeft ons brein een beloning: dopamine. Het verhaal voelt dan compleet. Zelfs als het niet klopt.
Verhalen geven houvast. Niet alleen psychologisch, maar ook neurologisch. Onderzoekers ontdekten dat als we een verhaal horen, de hersenen van de luisteraar dezelfde patronen vertonen als die van de spreker. Dat heet neural coupling (Stephens, Silbert & Hasson, 2010). Je brein “resoneert” met het verhaal van een ander. Daarom raken verhalen ons zo diep.
Maar: het is en blijft ‘jouw’ verhaal, niet de werkelijkheid. Je gedachten, gevoelens, overtuigingen – alles speelt zich af in jouw interne wereld. Nancy Colier (psychotherapeut) schrijft: “Er is één fysieke wereld, maar miljarden interne werelden. We denken dat we in dezelfde bioscoop zitten, maar in werkelijkheid kijkt iedereen naar zijn eigen film.”
En die film is vaak niet objectief. Acceptance and Commitment Therapy (ACT) laat zien dat gedachten geen feiten, maar mentale gebeurtenissen zijn. Ze komen op, blijven even, en gaan weer weg. Maar we geloven ze vaak alsof het de waarheid is. We klampen ons eraan vast en stoppen ze als stenen in onze rugzak. Laten we zo’n steen eens uit je rugzak halen.
Onderzoek de gedachte-oefening: Word je bewust van je gedachten. Welke merk je nu op als je even je ogen sluit? Kies een gedachte die je vaak hebt. Bijvoorbeeld: “Ik doe het nooit goed.” Stel jezelf dan deze vraag:
“Wie zou ik zijn zonder deze gedachte?”
Laat die zin echt even tot je doordringen. Merk op wat er in je lichaam gebeurt. Welke gevoelens ontstaan er? Wat blijft er over als je het verhaal even loslaat?
Ons apenbreintje en zelfreflecterende lussen
Ons brein springt van gedachte naar gedachte, zonder pauze. Net als een aapje die van liaan naar liaan slingert in de jungle. Het houdt niet op met produceren en slingeren en denken. En daarbovenop hebben we ook nog eens een brein dat over zichzelf nadenkt. Douglas Hofstadter (cognitiewetenschapper en auteur van ‘I Am a Strange Loop’) beschrijft dit als een cybernetische lus: ons bewustzijn ontstaat uit eindeloze feedbackloops van symbolische zelfreflectie. Je denkt over jezelf, over je denken, over je denken over je denken…
Best vermoeiend.
Gelukkig kun je dat aapje ook een symbolische banaan geven. 🍌 Een simpele taak om zich op te storten zodat jij je rust kan pakken. Meditatie is zo’n mooie tool. Probeer maar eens elke uitademing te tellen van 1 tot 20. Elke keer dat je afgeleid raakt, begin je weer bij 1. Maak je geen zorgen over of je het goed doet of niet. Het simpelweg doen ervan brengt dat aapje al tot rust.
Maar ik ben toch heel slim?! Zonder twijfel… maar dat denken van ons is niet gemaakt om de waarheid te vertellen. Ik laat het je zien.
Denkfouten: hoe je brein zichzelf voor de gek houdt
Ons brein vult graag gaten in wanneer informatie ontbreekt. Maar hoe goedbedoeld ook, het doet dat vaak op manieren die niet kloppen met de werkelijkheid. Dat zijn denkfouten: automatische, onbewuste patronen die je brein gebruikt om snel tot conclusies te komen, maar die je vaak op het verkeerde been zetten.
Enkele veelvoorkomende denkfouten:
- Gedachten lezen: “Zij vindt me vast irritant.”
→ Je denkt te weten wat de ander denkt, zonder het echt te checken.
- Catastroferen: “Als dit misgaat, stort alles in.”
→ Je overdrijft de mogelijke gevolgen, waardoor alles groter en enger voelt dan nodig.
- Alles-of-niets-denken: “Als het niet perfect is, is het waardeloos.”
→ Je ziet de wereld in extremen, zonder ruimte voor nuance of groei.
- Persoonlijke verantwoordelijkheid: “Het ligt vast aan mij.”
→ Je neemt te veel verantwoordelijkheid op je, ook voor dingen buiten jouw invloed.
- Emotioneel redeneren: “Ik voel me schuldig, dus ik heb iets fout gedaan.”
→ Je neemt je gevoelens als bewijs voor de waarheid, terwijl emoties geen feiten zijn.
Welke herken je? Deze denkpatronen kunnen je vastzetten in verhalen die je beperken, in plaats van helpen.
Het verschil tussen een verhaal en een feit
Verhaal (interpretatie) | Feit (waarneembaar) |
“Ik ben niet goed genoeg.” | “Mijn leidinggevende gaf feedback op mijn werk.” |
“Niemand ziet mij echt.” | “Op het feestje praatte ik met 3 mensen.” |
“Mijn partner is afstandelijk.” | “Hij zei vandaag weinig en trok zich terug.” |
“Zij vindt me vast raar.” | “Ze keek even weg tijdens ons gesprek.” |
Verhalen kleuren onze ervaring. Feiten zijn neutraal. Hoe we die feiten interpreteren, bepaalt ons gevoel en niet de feiten zelf.
Je bent niet je gedachten
ACT leert ons een simpele maar krachtige zin: “Ik heb de gedachte dat…”
In plaats van: “Ik ben een mislukkeling” Zeg je: “Ik heb de gedachte dat ik een mislukkeling ben.”
Dat kleine verschil geeft ruimte. Het helpt je om los te komen van je verhaal. Zoals in ACT wordt gezegd: je kunt gedachten observeren als wolken aan een lucht. Elke gedachte is als een wolk: ze komt, ze blijft even hangen, en uiteindelijk verdwijnt ze vanzelf weer. 🌥️
Je bent niet je gedachten, je hebt gedachten!
Gedachten kan je niet stoppen, maar…
Je brein verzint verhalen. Over alles. Dat is oké. Meer dan 40,000 per dag zelfs. Positieve, negatieve, neutrale, creatieve, doemscenario’s, perfecte uitkomsten. Maar je hoeft die verhalen niet blind te geloven. Je kunt leren om je gedachten te observeren. In plaats van erin mee te gaan. Je kunt jezelf losmaken van al die overtuigingen en ruimte gaan maken voor iets nieuws.
👉 Heb je een opdringerige gedachte?
Geef ’m even een naam. Noem hem bijvoorbeeld “de twijfelaar” of “de innerlijke criticus”. Zeg dan vriendelijk: “Ha, daar ben je weer.” Laat ‘m kletsen. Dat is helemaal oké. En doe ondertussen wat jij belangrijk vindt.
Lees ook: Hoe je stopt met piekeren
Bronnen
- Brown, B. (2012). Daring Greatly. Gotham Books.
- Colier, N. (2016). The Power of Off. Sounds True.
- Harris, R. (2009). ACT in de praktijk. (Nieuwere editie: Harris, R. (2020). The Happiness Trap: 2nd Edition). Hogrefe.
- Hofstadter, D. (2007). I Am a Strange Loop. Basic Books.
- Katie, B. (2002). Loving What Is: Four Questions That Can Change Your Life. Harmony Books.
- Stephens, G.J., Silbert, L.J., & Hasson, U. (2010). Speaker-listener neural coupling underlies successful communication. PNAS, 107(32), 14425–14430.