Katja Cardol is psycholoog, onderzoeker en docent in de sport- en gezondheidspsychologie. Vanuit haar praktijk in Hillegom ondersteunt ze sporters, coaches en professionals in het (her)vinden van mentale balans en veerkracht. Met ervaring van breedtesport tot wereldkampioenschappen en een passie voor zowel bekende als minder bekende sporten, weet ze als geen ander hoe mentaal welzijn het verschil maakt in prestaties én plezier. Samen met haar collega’s Wies Stevens en Simone van der Bijl, heeft zij Sport ReFlex opgezet, en daar heb ik haar wat vragen over gesteld:
1. Kun je kort uitleggen wat Sport ReFlex is en waarom jullie hiermee zijn begonnen?
Sport ReFlex is een mentaal traject wat mensen kunnen volgen bij terugkerende en/of aanhoudende blessures of lichamelijke klachten. We zien dat juist deze doelgroep tegen veel onduidelijkheid en onzekerheid aanloopt binnen het revalidatietraject. Bijvoorbeeld over de oorzaak, hoe de revalidatie eruit gaat zien, hoelang dat gaat duren en of zij ooit nog (volledig) kunnen terugkeren naar hun sport. Dat heeft mentaal natuurlijk een enorme impact. Zeker voor sporters die hun hele identiteit halen uit de sport. Hun sociale leven is er mee verbonden, het toekomstbeeld, en dat valt dan ineens weg. Voor die sporters, die te maken hebben met veel mentale uitdagingen, bieden wij ondersteuning met Sport ReFlex.
2. Welke uitdagingen zien jullie binnen deze groep vaak terug waar jullie binnen Sport ReFlex aandacht aan geven?
Vaak komen mensen pas bij ons als de blessure al lang duurt en het duidelijk is dat deze niet zomaar over zal gaan. Dan loop je bijvoorbeeld tegen onzekerheid over de toekomst aan. We zien ook vaak veel verdriet, een soort rouwproces over de persoon/sporter die zij waren vóór de blessure. Voor sporters die wél weer terug kunnen keren naar hun sport, zie je soms dat ze terughoudend zijn vanwege een angst voor her-blessure. Verder zie je veel emoties en bijvoorbeeld frustraties over het zorgsysteem, verlies van hoop of motivatie, vermijding van lichaamsbeweging vanwege bepaalde angsten of juist mensen die hun grenzen niet bewaken en te snel te veel willen doen.
3. Welke misvattingen zien jullie in de praktijk vaak bij sporters (en/of betrokkenen) als het gaat om revalidatie?
We merken dat veel sporters niet direct naar een sportpsycholoog gaan omdat ze een blessure als iets fysieks zien. Zij onderschatten dan vaak de mentale impact ervan. Wat we ook zien, is dat andere zorgprofessionals (zoals fysiotherapeuten) het vaak moeilijk vinden om dit gesprek met de sporters aan te gaan, en zich afvragen hoe zij dat het beste kunnen doen zonder dat de sporter het opvat “alsof het tussen de oren zit”. Er hangt nog altijd een bepaald stigma om mentale uitdagingen heen.
4. Hoe werken jullie samen met de sporter aan doelen en verwachtingen tijdens het revalidatieproces?
Soms hebben sporters die bij een sportpsycholoog komen, de verwachting dat een psycholoog de fysieke klachten kan wegnemen. Dat is niet zo. We kunnen wel samenwerken met medische zorgprofessionals die bij de sporter betrokken zijn. Ik kan ook met de sporter kijken of de manier waarop zij met de klacht omgaan, ervoor zorgt dat de klacht in stand gehouden wordt of erger wordt. Doen zij bijvoorbeeld te weinig aan hun revalidatie? Of juist te veel? We kijken samen naar: hoe je omgaat met je klachten en hoe je omgaat met vervelende gedachten engevoelens die daarbij komen kijken. Hierdoor kan de sporter de situatie beter accepteren zoals die is, en zich focussen op de dingen waar zij wél controle over hebben. Dit bespreken we allemaal tijdens een intake, zodat de verwachtingen en doelen van de sporters duidelijk en realistisch zijn.
5. Zijn er specifieke strategieën of technieken die jullie voor deze doelgroep vaak inzetten?
Ik gebruik vaak het Gevolgenmodel uit de medische psychologie bij sporters met langdurige blessures of lichamelijke klachten. Deze brengt heel goed in kaart wat voor gevolgen zo’n blessure allemaal kan hebben op hoe je je voelt, wat je denkt, waar je op focust, hoe je erop reageert, welke sociale gevolgen het heeft, etc. Maar ook weer de lichamelijke gevolgen: ga je door de pijn bijvoorbeeld slechter slapen? Houd je de klachten in stand met de activiteiten die je wel of niet doet? Zo brengen we in kaart of de dingen die iemand doet, voelt en denkt helpend zijn of niet en in welke mate zij er controle over hebben. Zo kunnen we aanknopingspunten vinden waar we met de sporter verder aan kunnen werken.
Veel technieken die we bij Sport ReFlex gebruiken, komen vanuit Acceptance and Commitment Therapie (ACT). De basis hiervan is: accepteer de dingen waar je niet zoveel aan kunt veranderen, en commit je aan waar je wel controle over hebt, waar je waarde aan hecht, die ook deel zijn van wie jij bent en wilt zijn.
6. Wat voor advies zou je geven aan sporters (of coaches, ouders, etc.) die te maken hebben met uitdagingen vanwege langdurige blessures/pijnklachten?
Mijn advies is: onderschat de mentale impact van blessures niet, en weet dat je daar ondersteuning bij kunt krijgen door een sportpsycholoog. Verder, probeer in het hele proces van blessures niet teveel te blijven hangen in vragen over het verleden of de toekomst waar niet direct antwoorden op zijn. Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan, maar je hoeft het niet alleen te doen. Praat erover met mensen om je heen. Zorg dat je het in ieder geval uit, en probeer te focussen op wat wél kan, de dingen waar je wél controle over hebt. Zodat je, ongeacht je fysieke klacht(en), dingen kunt blijven doen waar je van oplaadt.
Nieuwsgierig? Sport ReFlex is bereikbaar via LinkedIn.