Serie: Je Geheugen liegt niet, of wel? – Deel 1
Een geur als tijdmachine
Denk even aan de geur van zonnebrandcrème. Brengt dat jou ook terug naar je eerste strandvakantie? Met broodjes kaas én zand? En de geur van appeltaart: roept dat meteen beelden op van de keuken van je grootouders? Geuren hebben een unieke kracht om levendige, emotionele herinneringen op te roepen. Dit fenomeen staat bekend als het olfactorisch geheugen. Ook wel het Proust-effect, genoemd, naar schrijver Marcel Proust die beschreef hoe een Madeleine-koekje in thee een stroom aan herinneringen opriep (Herz & Schooler, 2002).
Maar waarom werkt geur zo veel sterker dan bijvoorbeeld foto’s of geluiden?
De unieke route van geur in de hersenen
In tegenstelling tot andere zintuigen, die eerst via de thalamus (de “verkeerstoren” van de hersenen) gaan, bereikt geur direct de amygdala en de hippocampus – de hersengebieden die cruciaal zijn voor emotie en geheugen (Herz & Engen, 1996). Daardoor heeft geur een snellere en intiemere toegang tot autobiografische herinneringen. Neurowetenschappelijk onderzoek bevestigt dat de connectiviteit tussen het reukcentrum (olfactorische bulb) en de hippocampus sterker is dan bij andere zintuigen (Zelano et al., 2016).
Dit verklaart waarom geuren vaak niet alleen herinneringen oproepen, maar ook een intense emotionele lading meebrengen.
Geurherinneringen zijn emotioneler en levendiger
Uit meerdere studies blijkt dat herinneringen die door geur worden opgewekt, emotioneel rijker, levendiger en specifieker zijn dan die opgewekt door visuele of verbale cues (Herz, 2004; Willander & Larsson, 2006). Zo toonden Willander en Larsson (2006) aan dat geurherinneringen vaker teruggrijpen op de vroege kindertijd (vooral tussen 6 en 10 jaar oud), terwijl visuele herinneringen doorgaans latere levensfasen betreffen.
Daarnaast blijkt dat geurherinneringen positiever van aard zijn: Stevenson (2023) concludeerde in een overzichtsstudie dat geur- en smaakherinneringen gemiddeld minder negatieve emotionele componenten bevatten dan herinneringen opgewekt via andere modaliteiten.
Het Proust-effect bij depressie
Ook in de klinische praktijk krijgt het Proust-effect steeds meer aandacht. In een recente studie bij volwassenen met een depressieve stoornis vonden Young et al. (2024) dat geur-indicaties levendigere en positievere autobiografische herinneringen opriepen dan woordcues. Dit is belangrijk omdat mensen met depressie vaak moeite hebben met het ophalen van specifieke, positieve herinneringen – een fenomeen dat bekendstaat als overgeneral memory. Geur zou hier dus een therapeutische ingang kunnen bieden.
Fysiologische reacties op geurherinneringen
Het effect van geurherinneringen beperkt zich niet tot de psyche. Herz (2016) liet zien dat geur-evocaties ook fysiologische reacties oproepen, zoals een lagere hartslag, ontspanning en zelfs een vermindering van ontstekingswaarden. Deze bevindingen sluiten aan bij onderzoek naar de rol van geurtherapie bij stress en welzijn.
Toepassing: geurtraining bij geheugen en cognitieve functies
Niet alleen emotioneel, maar ook cognitief kan geurtraining voordelen hebben. Recente interventiestudies laten zien dat olfactorische stimulatie (bijvoorbeeld door dagelijks geuren te ruiken en bewust te koppelen aan herinneringen) geheugenfuncties kan versterken bij ouderen en zelfs een beschermend effect kan hebben bij cognitieve achteruitgang (Leon et al., 2024). Dit opent perspectieven voor preventie en behandeling van aandoeningen als Alzheimer en andere vormen van dementie.
Conclusie: de geur van je verleden
Geur is niet zomaar een zintuig; het is een directe poort naar onze meest intieme herinneringen en emoties. Terwijl beelden en woorden vaak rationeler en afstandelijker blijven, kan geur ons met één ademhaling terugbrengen naar een ander tijdperk in ons leven. Olfactorisch geheugen laat zien dat het verleden niet in ons hoofd “bewaard” ligt als een fotoalbum, maar als een sensorisch en emotioneel netwerk dat via geur onverwachts weer tot leven komt.
Voor psychologie en geestelijke gezondheid betekent dit dat we geur niet langer moeten onderschatten. Het kan een instrument zijn om ons welzijn, geheugen en zelfs ons lichaam positief te beïnvloeden.
Bronnen:
- Herz, R. S. (2004). A naturalistic analysis of autobiographical memories triggered by olfactory, visual and auditory stimuli. Chemical Senses, 29(3), 217–224. https://doi.org/10.1093/chemse/bjh025
- Herz, R. S. (2016). The role of odor-evoked memory in psychological and physiological health. Brain Sciences, 6(3), 22. https://doi.org/10.3390/brainsci6030022
- Herz, R. S., & Engen, T. (1996). Odor memory: Review and analysis. Psychonomic Bulletin & Review, 3(3), 300–313. https://doi.org/10.3758/BF03210754
- Herz, R. S., & Schooler, J. W. (2002). A naturalistic study of autobiographical memories evoked by olfactory and visual cues: Testing the Proustian hypothesis. American Journal of Psychology, 115(1), 21–32. https://doi.org/10.2307/1423672
- Leon, M., et al. (2024). Training your smell may improve memory and cognitive function, research shows. Verywell Health. Geraadpleegd op 29 oktober 2024, van https://www.verywellhealth.com/smell-and-brain-health-8732160
- Stevenson, R. J. (2023). The Proust effect: Scents, food, and nostalgia. Current Opinion in Psychology, 50, 101562. https://doi.org/10.1016/j.copsyc.2022.101562
- Willander, J., & Larsson, M. (2006). Smell your way back to childhood: Autobiographical odor memory. Psychonomic Bulletin & Review, 13(2), 240–244. https://doi.org/10.3758/BF03193837
- Young, K. D., Bell, M. D., Bernert, R. A., & Gotlib, I. H. (2024). Recall of autobiographical memories following odor vs word cues among adults with major depressive disorder. JAMA Network Open, 7(3), e23349650. https://doi.org/10.1001/jamanetworkopen.2024.349650
- Zelano, C., Mohanty, A., & Gottfried, J. A. (2016). Olfactory predictive codes and stimulus templates in piriform cortex. Neuron, 90(2), 267–280. https://doi.org/10.1016/j.neuron.2016.03.011
👉 Wil je dat ik dit artikel nog uitbreid met praktische tips (bv. hoe lezers geur bewust kunnen inzetten voor welzijn of studie) of wil je het vooral wetenschappelijk-informatief houden?