Psychologische hulp is harder nodig dan ooit. Maar wie vandaag de telefoon pakt voor een afspraak, belandt vaak op een lange wachtlijst. Het tekort aan psychologen wordt voelbaar in alle lagen van de geestelijke gezondheidszorg. Hoe komt dat – en wat betekent het voor ons allemaal?

Meer mensen zoeken hulp

Stress, prestatiedruk, onzekerheid over werk en financiën: het zijn bekende triggers voor psychische klachten. Volgens de GGD Gezondheidsmonitor (2024) ervaart inmiddels één op de drie jongvolwassenen angst- of stemmingsproblemen. Ook onder volwassenen stijgt het aantal hulpvragen elk jaar.

Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt dat het aantal jongeren in de jeugdzorg sinds 2015 met bijna 20% is gegroeid. Psycholoog Marieke de Bruin herkent dat in haar praktijk:

“De instroom van nieuwe cliënten groeit elk jaar. Zelfs met extra spreekuren lukt het nauwelijks om de wachtlijst kort te houden.”

Het aanbod kan niet bijbenen

De vraag groeit sneller dan het aantal behandelaren. Daar zijn meerdere oorzaken voor:

  • Schaarse opleidingsplekken – De route tot GZ- of klinisch psycholoog is lang en het aantal opleidingsplaatsen blijft beperkt.

  • Hoge administratieve last – Psychologen besteden soms tot 40% van hun werktijd aan papierwerk (NIP, 2023).

  • Uitstroom en vergrijzing – Ervaren behandelaren stoppen, terwijl jonge psychologen afhaken door werkdruk.

Het gevolg: de gemiddelde wachttijd voor basis-GGZ is inmiddels 12 tot 16 weken, en voor specialistische zorg soms meer dan een half jaar (Zorginstituut Nederland, 2024).

Gevolgen voor cliënten én behandelaren

Voor cliënten betekent dit dat klachten kunnen verergeren terwijl ze wachten. Schooluitval, langdurig ziekteverzuim en crisissituaties liggen op de loer.

“Mensen vallen soms tussen wal en schip,” zegt De Bruin. “Het vraagt creativiteit om iedereen zo goed mogelijk te helpen, zonder zelf overbelast te raken.”

Ook psychologen zelf voelen de druk. Een volle agenda en het gevoel nooit genoeg te kunnen doen, leiden bij sommigen tot vermoeidheid of uitval.

Wat kan wél helpen?

Er is geen snelle oplossing, maar er zijn wel stappen die verschil kunnen maken:

  • Blended care – Een mix van online en fysieke sessies verkort de behandelduur en vergroot de capaciteit.

  • Preventie en vroegsignalering – Als scholen, huisartsen en werkgevers eerder ingrijpen, is vaak minder zware zorg nodig.

  • Administratie terugdringen – Minder papierwerk betekent meer tijd voor cliënten.

Beroepsverenigingen en zorgorganisaties pleiten daarnaast voor meer opleidingsplekken en betere ondersteuning van jonge behandelaren.

Een gezamenlijke verantwoordelijkheid

Het tekort aan psychologen is geen simpel rekensommetje van te weinig mensen en te veel patiënten. Het is een systeemvraagstuk waarin opleiding, organisatie, financiering en preventie allemaal meetellen.

“Iedereen heeft belang bij een sterke geestelijke gezondheidszorg,” benadrukt De Bruin. “Het gaat om de veerkracht van de hele samenleving.”

Het probleem raakt ons allemaal – en de oplossing dus ook.

Bronnen

  • Centraal Bureau voor de Statistiek. (2024). Jeugdzorgcijfers 2015–2024.

  • GGD. (2024). Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2024.

  • Nederlands Instituut van Psychologen. (2023). Administratieve lasten in de GGZ.

  • Zorginstituut Nederland. (2024). Wachttijden GGZ kwartaalrapportage.

Geschreven door Redactie PsyBlog

Heb jij een interessant en passend onderwerp waar je over wil schrijven, stuur ons dan een mailtje!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *