“1 op de 15 jongeren heeft een depressie.” Zelfs voor iemand die niet zo van de cijfers is, klinkt dit als een oorverdovende knal die nog een poos in je gedachten nagalmt. Terugdenkend aan de middelbare school, zouden er dus in mijn klas ongeveer twee mensen zitten met een depressie. Maar wie, in hemelsnaam?

Onwetendheid: “Depressie… dat is toch voor zielige mensen?”

Ik kan het mij nog prima herinneren. Ik was een onzeker, socially awkward meisje. Ik had zo mijn puberale buien – en niet te vergeten: de emo-fase, waarin ik mijn ogen vol kalkte met zwart oogpotlood en niets anders droeg dan doodshoofdprint – maar over het algemeen was ik best een vrolijke tiener. Ondanks dat vrienden van de middelbare school mij ook nu nog wel eens beschrijven als een echte ‘binnenvetter’, was ik zeker niet depressief. En al was ik het wél, ik had het waarschijnlijk niet eens begrepen.

Hoewel ik altijd al de ambitie had om psycholoog te worden, had ik in die tijd eigenlijk geen flauw idee wie of wat ik mij daarbij moest voorstellen. De kennis die ik had, baseerde ik voornamelijk op zwaar overdreven beelden uit films en heftige artikelen uit tijdschriften. Een depressie, dat is toch iets voor mensen met een enorm zwaar leven, of ouderen waarvan de familie nooit op visite komt? En psychologen, dat zijn toch die mensen waarbij je op de bank ligt en over je gevoelens moet praten?

Wist ik in die tijd maar wat een depressie was. Alhoewel ik niet denk dat ik dan als een soort redder in nood had kunnen optreden, nee, misschien viel het me dan eerder op dat mijn beste vriendinnetje niet meer wilde eten. Of dat een klasgenoot zo’n 14 uur sliep per dag.

Dit zijn namelijk wel voorbeelden van uitingen van een depressie. Andere symptomen zijn een sombere stemming, concentratieproblemen en gebrek aan plezier in dingen waar je eerst juist van hield.* Met kennis van zulke verschijnselen, kun je bij jezelf of anderen misschien herkennen dat er iets niet in de haak is. Hoe eerder je erbij bent en hulp zoekt, hoe beter, denk ik maar.

Sociale steun en acceptatie
Goed, dan nu een uitstapje met mijn tijdmachine. Ik ga terug naar mijn jaren op de middelbare school. Mijn dagelijkse portie eyeliner en liefde voor emobands blijven hetzelfde, maar nu weet ik wel wat meer van psychische stoornissen. Wat kan ik, als tienermeisje, betekenen voor mijn depressieve klasgenootje? Meer dan ik in eerste instantie dacht!

Mensen met een depressie hebben vaak nauwelijks meer zin om iets te doen. Zelfs aankleden of naar school fietsen voelt voor mijn vriendin als een enorm obstakel. Hierdoor kan iemand zich onbedoeld helemaal afzonderen van vrienden. Ik hou dus contact! We fietsen samen naar school. We lopen een keer samen naar de winkel. Dit soort simpele gebaren maken al verschil: Ze staat er in ieder geval iets minder alleen voor.

Ook begripvol omgaan met haar depressie kan helpen. Ik kan er misschien niet helemaal bij met mijn hoofd dat zij zich zo voelt, maar dat betekent niet dat ik haar niet meer accepteer. Ze is nog steeds mijn klasgenootje en vriendin.
Verder vindt de betweter in mij dit minder leuk, maar bij depressieve mensen kan het averechts werken om ze te adviseren – ondanks mijn ongetwijfeld goede bedoelingen. Steun en begrip zijn het belangrijkst en ook het meest haalbaar. Voor advies en praktische hulp, kan mijn vriendin beter bij een hulpverlener aankloppen. Die weet het vast en zeker een stuk beter dan ik. Wat ik wel doe, is met haar meegaan naar de huisarts voor haar eerste afspraak. Want ondanks mijn bezorgdheid, bewaar ik ook mijn grenzen van behulpzaamheid!

Meer aandacht voor depressie op school!
Terug naar het heden, want ik kan nu eenmaal alleen maar terugkijken vanaf hier. Ik kan me voorstellen dat mijn klasgenoten zich minder alleen hadden gevoeld of zich niet zo erg hadden geschaamd als ik toen wist wat ik nu weet. Of als iemand niet lekker in zijn vel zat, dat hij zich wat bewuster zou zijn van zijn emoties. Natuurlijk ligt de werkelijkheid altijd genuanceerder dan een simpel lijstje met symptomen. En hoewel dit echte, realistische beeld van de psychologie mij nog steeds inspireert om in dit vakgebied te willen werken, zou het ook jongeren best kunnen helpen om er wat meer over te leren. Al is het maar dat lijstje met symptomen. Het had mij in elk geval wat duidelijkheid kunnen bieden.
En wellicht mijn twee (misschien niet zo) hypothetische, depressieve klasgenoten ook.

*Voor meer tips of informatie, waaronder een volledige lijst van symptomen en een zelftest, bezoek: https://www.omgaanmetdepressie.nl/

Geschreven door Anja ter Steege

Anja heeft met de psychologie in elk geval één probleem: ze wordt geboeid door allerlei verschillende kanten in dit vakgebied. Ze heeft haar hele bachelor gedacht “iets met klinisch” te gaan doen, maar toch heeft ze daarna voor de master sport- en prestatiepsychologie gekozen. Ze is geïnteresseerd in bijna alles wat met psychologie te maken heeft en ziet ze de psychologie overal in het leven terug. Ze hoopt dan ook iets van haar uiteenlopende interesses kwijt te kunnen op PsyBlog.nl!

3 comments

  1. 1 op de 15 is inderdaad een hoog aantal. Heb ook het idee dat dit door de pandemie misschien nog wel iets hoger is geworden. Het is belangrijk dat een psycholoog voor depressie je helpt, alleen weet niet iedereen op tijd hulp te vragen of de depressie te herkennen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *