Uitgelaten feestvieren met grote groepen wildvreemden op een festival, bij een voetbalwedstrijd als een eenheid protesteren tegen een beslissing van de grensrechter of in opstand komen tegen het regime tijdens een felle protestmars zoals in nu Egypte; een massa kent -letterlijk en figuurlijk- vele gezichten. Haar gedrag is ook heel veelzijdig: Met tien man op twee vierkante meter gaat tijdens Koninginnedag vaak prima. Aan de andere kant raken wij en masse in paniek als er één persoon op de Dam begint te schreeuwen? Hoe werkt dit? En is dit massagedrag werkelijk anders dan ‘individueel gedrag’. Hoe waarschijnlijk is het bijvoorbeeld dat je in een winkelstraat pontificaal naast iemand gaat staan en vanuit het niets een heel betoog afsteekt. Of een polonaise start richting de kassa. Gek? Niet in een massasituatie. Denk maar eens aan door social media geïnitieerde rellen van het formaat Project X Haren. Of groepsgeweld tegen hulpverleners. Hoe komt het dat wij ons individueel soms zo anders lijken te gedragen dan in de kolkende massa? Wat maakt van een brave burger een vervaarlijke ‘hooligan’. Of van een intelligente student een relschopper. De massapsychologie verklaard!

De massa ontleed

De ‘sociale psychologie van de massa’- of crowd psychology– bestudeert de wijze waarop het gedrag van de massa verschilt en interacteert met het gedrag van het individu. Thema’s als verantwoordelijkheidsgevoel, sociale identiteit (Tajfel & Turner, 1986), uniformiteit van collectief gedrag, emotie, wij-zijvertekening en de wijze waarop deze zich verhouden tot -de omvang van -de massa staan hierbij centraal. Maar even terug, hoe wordt massa eigenlijk gedefinieerd? Het vakwoordenboek psychologie geeft te lezen:  ‘Een groot aantal mensen dat divers is qua samenstelling en zonder sociale structuur leeft. Ondanks het ontbreken van sociale structuur, neigen de betreffende mensen er toch toe zich op een relatief gelijkvormige wijze te gedragen’.

massa2In de sociaalwetenschappelijke literatuur wordt er onderscheid gemaakt tussen zichtbare massa, denk aan politieke demonstraties, en onzichtbare massa, als de de kijkers van een tv-programma (Reber, 2002, p. 360-361). De termen die als alternatief voor dit begrip worden gebruikt vallen veelal op door hun negatieve lading. Daar waar de Romeinen eeuwen geleden al spraken van ‘plebs sorbida’(ongewassen massa) en ‘proles’ (nakomelingen/lopers),  gebruiken de Engelsen heden ten dagen naast het ‘crowd’ ook het veelzeggende ‘mob’ (gepeupel) of ‘mobocracy’ (idem) als equivalent voor ‘massa’.  De Duitsers spreken van ‘Die Masse’, maar delen ook ‘Mob’ met hun Britse uniegenoten. Wij in de lage landen spreken veelal van ‘collectief’, of kudde dan wel zwerm (oorsprong in de biologie) of menigte (Van de Sande, 2012).

Een scherpe lezer zou zich nu ook kunnen afvragen wat het verschil is tussen een groep en een massa. Allereerst, een massa is een verzameling groepen. Daarbij zou er sprake zijn van een verschil in aansluitingsmogelijkheid en in duurzaamheid. Specifiek: Daar waar groepsonderzoek veelal tracht te verklaren waarom het tot een groep toetreden en hierbinnen blijven functioneren voor problemen zorgt, gaat de massapsychologie juist in op het juist het gemak waarmee een individu onderdeel wordt van een massa en ook net zo makkelijk weer afscheid neemt (Van de Sande, 2012).

Untitled

Verklaringen voor massagedrag

Dat wij in ons doen en laten door anderen worden beïnvloed, is niets nieuws onder de zon.

Gordon Allport (1897- 1967), Amerikaanse psycholoog en één van de belangrijkste pioniers op het gebied van persoonlijkheidsleer, zei het eind vorige eeuw al met zijn ‘trait theory’:  het denken en gedrag van het individu wordt sterk beïnvloed door de aanwezigheid door anderen. Hierbij maakte Allport onderscheid tussen de expliciete aanwezigheid– lijfelijk en waarneembare aanwezigen- en de impliciete aanwezigheid – als de media. De psycholoog merkte al op dat wij in de aanwezigheid van anderen dingen doen die we normaal zouden laten. Dit gedrag hoeft niet te stroken met onze persoonlijke beleving en denkbeelden  (Schultz & Schultz, 2009). Welke verklaringen biedt de sociale psychologie voor massagedrag? Een belangrijke katalysator van massagedrag, is volgens Van de Sande ‘onzekerheid’:  ‘In een massasituatie gelden de normale vormen van organisatie en de gebruikelijke normen en regels gelden minder sterk. Men is derhalve op zoek naar leiding, informatie, een vijand, sensatie etc. Een dergelijk collectief biedt daarbij voor mensen die naar opwinding zoeken dus een geschikte omgeving. Een mensenmassa is steeds op zoek naar informatie: de groepsinteractie kenmerkt zich, bij gebrek aan duidelijke en centrale communicatie, vaak weinig rationele beïnvloeding. Gevolg? De massa baseert zich op –soms opruiende- geruchten. Daarbij komt ook dat mensen van nature in termen van ‘wij’ en ‘zij’ denken. Wanneer een groot aantal mensen zich op een klein oppervlak bevindt, is de overheid (ordehandhaver, etc.) vaak de ideale ‘zij’. Soms in positieve zin, als beschermers en redders, soms in negatieve zin, als ‘de vijand’. Een tweedeling die volgens Van de Sande versterkt wordt door onder andere ‘klonteren’ (gebeurt tijdens gesprekken politie & hulpdiensten met publiek), het op afstand houden van de massa en wederom een gebrek aan communicatie met publiek. Geen uitleg geven lijkt het monster in de massa wakker te maken en te voeden (Van de Sande, 2011)!

 

De wetenschap van de massa toegepast!

De belangstelling voor dit specialisme lijkt aan te wakkeren, niet op de laatste plaats om haar multidisciplinaire karakter en inzetbaarheid. Zo raakt massapsychologie aan sociologie, politicologie, geschiedenis, economie, communicatie  (perswetenschap/media), biologie, bedrijfskunde, gezondheidszorg en bijvoorbeeld integrale veiligheidskunde. Over de immense kracht van groepsdynamiek is dan ook veel gezegd en geschreven. Weten wat een massa beweegt en anticiperen op gedrag is heel belangrijk, bijvoorbeeld in het kader van crisismanagement. Of, zoals Van de Sande zo mooi beargumenteert: ‘Het beducht zijn voor het uitbreken van de pleuris is een normale en te respecteren motivatie voor het managen van crisis’ (2011). Maar hoe wordt deze kennis over de massa concreet vertaald naar kunde? Welke invalshoeken zijn er bijvoorbeeld te onderscheiden op het gebied van massasituaties of ‘crowdmanagement’. Een aantal ‘massavraagstukken’ en concrete adviezen belicht:

 

Toepassing van massamanagement meerdere werkvelden

 

Linkjes bij tabel:

De massa wordt dankzij haar vele gezichten vaak als schizofreen, onvoorspelbaar, oncontroleerbaar of soms zelfs destructief weggezet. Niets blijkt minder waar. Nader onderzoek aan de hand van de massapsychologie leert ons dat ‘het collectief’ ook gewoon een heel sociaal dier kan zijn. Met behoefte aan duidelijkheid en (rechtlijnige) communicatie. De massapsychologie helpt ons te verklaren wat een massa beweegt en waarom. En voorziet ons op een tal van terreinen in een ‘gebruiksaanwijzing’ dan wel omgangsregels. Kennis van zaken kan letterlijk het verschil betekenen tussen grote vriendelijke reus én veelkoppig monster. Denk hieraan als je tijdens Koningsdag in Amsterdam als onderdeel van de crowd een mooi feestje aan het vieren bent. Welk gezicht laat jij zien?

Wil je meer lezen over Van de Sande? Lees dan zijn boek  ’11 manieren om naar massa’s te kijken’ http://www.11manieren.nl/.

Bronvermelding:

  • Woordenboek van de psychologie, Auteur: A.S. Reber Uitgeverij Bert Bakker, oktober 2002
  • Schultz, D.P., & S.E. Schultz (2009). Theories of Personality (9e ed). Belmont, CA: Wadsworth Cengage Learning.

Van de Sande:

Onbekende auteur, van Rogers State University:

  • Chapter 22, Collective Behavior And Social Movements Link

Meer lezen?

Afbeelding tumbnail

 

Geschreven door Jiska Duurkoop

Jiska is afgestudeerd in de toegepaste psychologie en werkt als levensloopcoach in de autismezorg. Lezen en schrijven om nieuwe werelden te verkennen, deed Jiska al voordat zij haar veters kon strikken. Tot op heden heeft haar pen altijd haar verwondering gevolgd. Vandaag de dag gaat haar aandacht uit naar hoe kennis benut kan worden om de kwaliteit van (samen)leven te verbeteren. Dit bracht Jiska onder meer tot het onderzoeken van de spraakmakende diversiteittraining ‘Blue Eyes Brown Eyes’, beter bekend als ‘Het Grote Racisme Experiment’. Hierover schreef zij voor PsyblogNL een veelgelezen ervaringsverslag. Het jaar 2018 belooft voor Jiska ook een bijzonder jaar te worden ten aanzien van het schrijverschap: van haar hand verschijnt het debuut StraatPraat (www.straatpraat.eu), over de eigentijdse geheimtaal straattaal.

3 comments

  1. Ik vind “Tussen het tuig” van Bill Buford ook een goed boek over massapsychologie, al merk je tijdens het lezen wel dat de schrijver zelf zijn boek ook wel erg goed vindt…

    Hoe sta jij tegenover dat boek, Jiska?

  2. Hoi Jack,

    Bedankt voor je reactie!
    Ik heb dit boek niet gelezen, maar wel ooit een documentaire gezien van/over Buford. Hij heeft als ik mij niet vergis ook veel geïnfiltreerd in het hooliganwereldje om goed te kunnen beleven en observeren. Een mooi en indrukwekkende voorbeeld van Toegepaste Psychologie (komt nog een artikel over)! Inge & Loes van Psyblog hebben hier in het kader van sociale psychologie ook over geschreven (zie ‘verliezen’ & ‘oranje’)…

  3. Buford was niet echt “geïnfiltreerd”, maar eerder “embedded.” Hij had zich netjes voorgesteld als schrijver (géén journalist) toen hij begon met zijn veldwerk. Dat had als voordeel dat hij iemand werd aan wie sterke verhalen verteld konden worden.

    Het boek is wel een aanrader, vind ik. Het presenteert supportersrellen als een leuke vrijetijdsbesteding, zonder voorbij te gaan aan de gruwelijkheden die ermee gepaard gaan. Ook omschrijft hij de dynamiek binnen een groep, en de extase die ontstaat als je met een groep Manchester United-hooligans de jongens van Chelsea aanvalt. En dat allemaal op een zeer leesbare manier.

    Al met al staat dit boek hoog genoteerd in de lijst van mijn favoriete boeken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *