Partnergeweld komt betreurenswaardig relatief vaak voor binnen intieme relaties en meer dan de meeste mensen denken. Uit een Amerikaans onderzoek in 1990 bleek dat 22% van de vrouwen en 7% van de mannen op een bepaald punt in hun leven fysiek mishandeld zijn door een partner. Recentere onderzoeken hebben soortgelijke resultaten gevonden en stellen dat partnergeweld voorkomt in 1 op de 6 relaties. Onderzoeken die psychisch geweld meerekenen (zoals schreeuwen, schelden, vernederen en kleineren), stellen zelfs dat dit soort geweld, al dan niet sporadisch, voorkomt in de meeste relaties. Een veelvoorkomende geweldsvorm binnen intieme relaties is het slaan van de partner. In zeldzame gevallen worden wapens zoals messen gebruikt.

Verschillende vormen van geweld
Michael P. Johnson (2006) suggereert dat er drie vormen van partnergeweld zijn te onderscheiden. De meest bekende vorm is situationeel partnergeweld. Deze vorm, die ontstaat als een verhit conflict uit de hand loopt, komt slechts incidenteel voor en is vaak mild, wat inhoudt dat het niet snel zal escaleren in levensbedreigende situaties. Ook is het geweld wederzijds: beide partners gedragen zich agressief. Een tweede vorm betreft intiem terrorisme; de ene partner gebruikt geweld om de ander te domineren en onderdrukken. Deze vorm komt frequent voor binnen een relatie en slechts van één kant, waarbij de situatie vaak escaleert en leidt tot ernstig letsel bij de mishandelde partner. Slachtoffers van dit type geweld staan erom bekend dat zij vrijwel niet terugvechten. De derde geweldsvorm betreft gewelddadige weerstand. Dit houdt in dat een partner terugvecht tegen intiem terrorisme, dus weerstand biedt. Deze vorm is de minst voorkomende.

Sekseverschillen
Stereotypes suggereren dat mannen vaker geweld jegens hun partner gebruiken dan vrouwen. Uit onderzoek blijkt dat dit andersom is: vrouwen blijken, minstens zoveel als mannen, geneigd om fysiek geweld jegens hun partner te gebruiken. Dit is een verrassende uitkomst en daarom ook al lange tijd een punt van discussie onder wetenschappers. Zo maken veel onderzoeken geen onderscheid tussen offensief geweld en defensief geweld. Als de mannelijke partner geweld gebruikt en de vrouwelijke partner biedt hiertegen weerstand, zoals het geval is bij de eerder genoemde gewelddadige weerstand, hebben beide partners weliswaar evenveel geweld gebruikt, maar onder verschillende omstandigheden. Veel onderzoeken nemen dit soort subtiliteiten niet mee.

Mannen en vrouwen vertonen verschillende vormen van gewelddadig gedrag. Vrouwen zijn geneigd om met dingen te gooien en de partner te slaan, terwijl mannen eerder geneigd zijn de partner te verstikken of te wurgen en hiermee de meeste schade aanrichten. Bij partnergeweld wordt het grootste deel van de verwondingen (62%) opgelopen door vrouwen. Tel dit bij elkaar op en gesteld kan worden dat vrouwen misschien wel net zoveel geweld gebruiken als mannen, maar minder geneigd zijn letsel te veroorzaken om hun partner te onderdrukken. De meeste ‘intiem terroristen’ zijn dan ook mannen.

Motieven
Waarom mishandelen sommige mannen hun partners? Julia Wood (2004) biedt met haar onderzoek inzicht in de motieven van deze groep. Zij interviewde mannen die hun partners stelselmatig mishandelden. Op de vraag waarom zij geweld gebruikten jegens hun partners, gaven zij allen aan dat ze zich op de een of andere manier door hun partners uitgedaagd voelden en dat zij hun gedrag daarom gerechtvaardigd vonden. Deze mannen hadden het gevoel dominant en superieur over vrouwen te moeten zijn en dat ze daarom geweld mochten gebruiken om vrouwen te onderdrukken. Aan de andere kant hadden veel mannen niet het idee dat ze  hun partners echt mishandelden: ze gaven aan geen plezier te hebben beleefd aan het gebruikte geweld, en dat ze minder letsel hadden aangericht dan ze zouden kunnen. Slechts de helft van deze mannen vertoonde tekenen van spijt en schuld. Ze begrepen dat hun gedrag illegaal is, maar vonden niet per se dat hun gedrag echt fout was.

Waarom gaan ze niet weg?
Partnergeweld zorgt ervoor dat veel partners uit elkaar gaan. Uit onderzoek van Campbell (1994), die mishandelde vrouwen twee en een half jaar lang volgde, bleek dat aan het einde van deze periode:

– 43% van de vrouwen de gewelddadige partner had verlaten;
– 23% van de vrouwen bij de partner bleef, maar het geweld had weten te stoppen;
– 33% van de vrouwen nog steeds in de gewelddadige relatie zat.

Een derde van de vrouwen koos ervoor om in een destructieve relatie te blijven. Waarom rennen niet alle slachtoffers van mishandeling weg van de daders? Choice en Lamke (1999) stellen allereerst dat veel vrouwen denken dat zij slechter af zullen zijn als zij uit een dergelijke relatie stappen; de kosten van een breuk kunnen erg hoog zijn, met name als iemand erg toegewijd is aan de relatie en veel heeft geïnvesteerd (zoals het kopen van een huis). Ten tweede blijken de vrouwen bang voor juist méér geweld, als ze zouden proberen hun partner te verlaten: de gewelddadige partner zou met extreme agressie kunnen reageren. Tot slot moet het feit erkend worden dat sommige vrouwen hun gewelddadige partner niet verlaten omdat ze dat niet willen. Vrouwen die hoog scoren op neuroticisme en last hebben van verlatingsangst worden aangetrokken door dominante mannen. Het dominante gedrag van hun partner wordt vaak als bevestiging van zijn liefde zien. Andersom blijken gewelddadige mannen voor neurotische vrouwen te vallen, omdat zij de mishandeling tolereren.

 

Wilt u meer weten over huiselijk geweld? Bent u slachtoffer? Zoekt u hulp? Kijk dan op de volgende website: www.huiselijkgeweld.nl

 

Bronnen en verdere leestips
Archer, J. (2000). Sex differences in aggression between heterosexual partners: A meta-analytic review. Psychological Bulletin, 126, 651-680.

Fergusson, D.M., Horwood, L.J. & Ridder, E.M. (2005). Partner violence and mental health outcomes in a New Zealandbirth cohort. Journal of Marriage and the Family, 67, 1103-1119.

Hess, N.H.& Hagen, E.H. (2006). Sex differences in indirect aggression: Psychological evidence from young adults. Evolution and Human Behavior, 23, 359-364.

Hettrich, E.L. & O’Leary, K.D. (2007). Females’ reasons for their physical aggression in dating relationships. Journal of Interpersonal Violence, 22, 1131-1143.

Johnson, M.P. (2006). Violence and abuse in personal relationships: Conflict, terror and resistance in intimate partnerships.

Johnson, M.P. & Ferraro, K.J. (2000). Research on domestic violence in the 1990s: Making distinctions. Journal of Marriage and the Family, 62, 948-963.

Lloyd, S.A.& Emery, B.C. (2000). The context and dynamics of intimate aggression against women. Journal of Social and Personal Relationships, 17, 503-521.

Tjaden, P. & Thoennes, N. (2000). Extent, nature and consequences of intimate partner violence: Findings from the National Violence Against Women Survey.Washington, DC: National Institute of Justice.

Williams, S.L. & Frieze, I.H. (2005). Courtship behaviors, relationship violence, and breakup persistence in college men and women. Psychology of Women Quarterly, 29, 248-257.

Wood, J.T. (2004). Monsters and victims: Male felons’ accounts of intimate partner violence. Journal of Social and Personal Relationships, 21, 555-576.

 

 

 

Geschreven door Wendy Reinders

Wendy is een 21-jarige masterstudente Klinische en Gezondheidspsychologie aan de Universiteit Utrecht. Haar interesse gaat vooral uit naar de psychologie achter liefde en seksualiteit. Momenteel loopt ze stage bij Altrecht, waar zij volwassenen met persoonlijkheidsproblematiek behandelt. Naast haar studie is ze tevens werkzaam als verpleegassistente in een ziekenhuis.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *