De afgelopen jaren heeft Nederland op onmiskenbare wijze kennis gemaakt met de economische crisis. De oorzaak van de crisis is ons allen bekend en voor iedereen voelbaar. Het tij lijkt echter te keren. Het lijkt alsof wij de economische crisis hebben doorstaan. In het verlengde van deze crisis woedt echter onderhuids een andere crisis. In de zomer van 2013 maakte GGZ Centraal, een grote zorginstelling in midden-Nederland, bekend dat het water hen aan de lippen stond en dat er gedwongen ontslagen zouden volgen. In 2014 volgde Altrecht, wederom een grote speler op de GGZ-markt in Nederland. Het zijn magere jaren voor de zorg.
Machteloos
Nu is het de beurt aan PsyQ, de grootste GGZ-instelling van Nederland. Er moet personeel uit, anders verdwijnt het hoofd onder de waterlijn. De bezuinigingen in de zorg zijn ingezet door het kabinet als gevolg van de economische crisis. Op de achtergrond is echter een ander mechanisme draaiende. Zorgverzekeringsmaatschappijen hebben een dermate grote vinger in de GGZ-pap dat therapeuten en patiënten van instellingen compleet machteloos staan.
Dit is een illusie. Machthebbers kunnen macht afdwingen, maar alleen als de schijnbaar machtelozen dit toestaan. Met alle ontslagen van de afgelopen jaren zou het niet vreemd zijn als het Malieveld elk half jaar vol zou staan met woedend GGZ-personeel. In 2011 deden behandelaren dat wel voor patiënten die wegens bezuinigingen een eigen bijdrage moesten gaan betalen.
Hetzelfde water staat ons nu aan de lippen. In plaats van ons richting demonstratie en staking te begeven, huilen wij een paar bittere tranen om de gewaardeerde collega’s en uitstekende therapeuten die uit de organisatie zijn gesneden. We rechten onze rug en continueren de zorg voor de patiënten. Terwijl wij dit doen kleden politiek en zorgverzekeraars, verstrengeld in een innige omhelzing, de GGZ steeds verder uit.
Bescherming
De winter komt eraan, dus wij hebben alle kleding nodig die ons warm kan houden. Het is tijd dat hulpverleners een keuze maken. Laten wij ons nog verder uitkleden of beschermen wij de kwaliteit van de zorg in Nederland? Het voorbeeld van de demonstraties die voor patiënten werden gehouden illustreert de kenmerkende werkhouding van therapeuten. Zelfopofferend, altijd gericht op de ander, daarbij de eigen grenzen soms uit het oog verliezend. Dit is bewonderenswaardig, zonder twijfel. Maar er komt een moment dat enige zelfreflectie nodig is en dat wij laten merken dat voor ons een grens is bereikt.
Een obstakel is de fragmentatie van beroepsorganisaties. Psychiaters zijn vrij goed verenigd, mogelijk als uitvloeisel van de georganiseerdheid die we bij artsen zien. Daarachter is het een maanlandschap met kleine kraters van vakgroepen. Het Nederlands Instituut voor Psychologen is de grootste, maar zij lijkt geen vuist te kunnen of willen maken tegen de gebeurtenissen van de afgelopen jaren. Als wij nog verder kijken dan zijn er weliswaar georganiseerde beroepsgroepen voor psychotherapeuten en psychologen, maar deze zijn gevormd om bepaalde behandelingen heen, zoals de Vereniging voor Cognitief Gedragstherapeuten. Dit maakt het onmogelijk voor iemand om het voortouw te nemen in de actie tegen de bezuinigingen.
Vuist op tafel!
De sterkte van de vuist die op tafel slaat is afhankelijk van de hoeveelheid steun die deze slagbeweging krijgt. We zijn het aan onszelf verplicht om nu een schreeuw te laten horen, niet alleen om de zorg die wij leveren te beschermen, maar vooral omdat er aan ons beroep gemorreld wordt.
Genoeg is genoeg. Als hulpverlener is het droevig om te zien dat ervaren collega’s het slachtoffer zijn van de zoveelste bezuinigingsgolf. GGZ-instellingen hollen zichzelf op deze manier uit en voor mij persoonlijk verdwijnen ervaren leermeesters met elke bezuinigingsgolf die de GGZ overspoelt.
Ik vraag mij af wat er zou gebeuren als de GGZ-instellingen besluiten om collectief een week het werk neer te leggen. Misschien dat wij dan eindelijk gehoord worden.