Waarom lijken sommige mensen qua karakter als twee druppels water op hun broer of zus en verschillen anderen juist compleet? Is karakter aangeboren? Of ontstaat dat pas later? Tweelingonderzoek biedt fascinerende inzichten in de eeuwenoude vraag: hoeveel van onze persoonlijkheid is aangeboren, en hoeveel komt door opvoeding? In deze blog bekijken we hoe studies met eeneiige en twee-eiige tweelingen licht werpen op de erfelijkheid van persoonlijkheidstrekken, zoals extraversie, neuroticisme en openheid.

Waarom tweelingen zo waardevol zijn voor psychologisch onderzoek

Waarom lijken sommige mensen van nature extravert of juist introvert, consciëntieus of nonchalant? En waarom verschillen zelfs broers en zussen die onder hetzelfde dak opgroeien soms zó sterk in karakter? Om antwoorden te vinden op dit soort vragen, kijken psychologen graag naar tweelingen.

Tweelingonderzoek speelt al decennialang een cruciale rol in het ontrafelen van de invloed van genen versus omgeving op menselijk gedrag en persoonlijkheid.

Tweelingstudies: het perfecte natuurlijk experiment

Er zijn twee hoofdtypen tweelingen:

  • Monozygote (eeneiige) tweelingen: ontstaan uit één bevruchte eicel en delen 100% van hun genetisch materiaal.

  • Dizygote (twee-eiige) tweelingen: ontstaan uit twee eicellen en delen gemiddeld 50% van hun genen — net als gewone broers en zussen.

Wanneer een bepaalde eigenschap — zoals bijvoorbeeld neuroticisme of extraversie — sterker overeenkomt bij eeneiige dan bij twee-eiige tweelingen, wijst dat op een genetisch component¹.

Hoe erfelijk is persoonlijkheid?

Uit tientallen jaren aan tweelingonderzoek blijkt dat persoonlijkheid deels genetisch bepaald is. Meta-analyses schatten dat 40% tot 60% van de verschillen in persoonlijkheid tussen mensen toe te schrijven is aan erfelijke factoren².

Persoonlijkheidstrek Erfelijkheidsschatting
Extraversie ~ 50%
Neuroticisme ~ 48%
Openheid voor ervaring ~ 57%
Consciëntieusheid ~ 44%
Vriendelijkheid ~ 42%

Let op: dit betekent níét dat je persoonlijkheid ‘in steen gebeiteld’ is. Erfelijkheid geeft een aanleg aan, geen eindbestemming.

De verrassende rol van de omgeving

Misschien verrassend: de gedeelde gezinsomgeving (zoals opvoeding, huisregels of ouderlijke aandacht) speelt maar een kleine rol in de verschillen tussen persoonlijkheden van broers en zussen op volwassen leeftijd³.

Wat wél veel uitmaakt, zijn unieke ervaringen — de dingen die elk kind afzonderlijk meemaakt en anders interpreteert. Denk aan:

  • Vriendenkringen

  • Schoolervaringen

  • Toevallige gebeurtenissen

  • Traumatische of juist verrijkende levensmomenten

Zelfs twee kinderen uit hetzelfde gezin kunnen hierdoor totaal verschillende paden bewandelen en uiteenlopende persoonlijkheden ontwikkelen³.

Het ultieme bewijs: tweelingen die apart zijn opgegroeid

Een van de bekendste onderzoeken op dit gebied is de Minnesota Study of Twins Reared Apart. In dit langlopende project werden eeneiige tweelingen bestudeerd die vlak na de geboorte van elkaar gescheiden zijn en apart zijn opgevoed, zonder elkaars leven te delen.

Wat bleek? Deze tweelingen vertoonden vaak opmerkelijke overeenkomsten in:

  • Persoonlijkheid

  • Intelligentie

  • Interesses en voorkeuren

  • Gewoontes en zelfs hobby’s

Ondanks hun totaal verschillende omgevingen waren er verrassend sterke parallellen, wat krachtige ondersteuning biedt voor het idee dat genen een diepgaande invloed hebben op wie we zijn¹,⁴.

Dus… Wat bepaalt jouw persoonlijkheid?

De conclusie is genuanceerd: je persoonlijkheid is deels biologisch verankerd, maar er is altijd ruimte voor verandering. Therapie, levenservaring, sociale invloeden en persoonlijke groei kunnen je karakter vormen of bijsturen — zelfs als je genen identiek zijn aan die van iemand anders⁵.

Tweelingstudies herinneren ons eraan dat wie we zijn voortkomt uit een subtiele dans tussen natuur en nurture.

Bronnen:

¹ Bouchard, T. J., Lykken, D. T., McGue, M., Segal, N. L., & Tellegen, A. (1990). Sources of human psychological differences: The Minnesota Study of Twins Reared Apart. Science, 250(4978), 223–228. https://doi.org/10.1126/science.2218526

² Vukasović, T., & Bratko, D. (2015). Heritability of personality: A meta-analysis of behavior genetic studies. Psychological Bulletin, 141(4), 769–785. https://doi.org/10.1037/bul0000017

³ Plomin, R., & Daniels, D. (1987). Why are children in the same family so different from one another? Behavioral and Brain Sciences, 10(1), 1–16. https://doi.org/10.1017/S0140525X00056272

⁴ Segal, N. L. (2012). Born Together—Reared Apart: The Landmark Minnesota Twin Study. Harvard University Press.

⁵ Loehlin, J. C., & Martin, N. G. (2001). Dimensions of psychological masculinity–femininity in adult twins from opposite-sex and same-sex pairs. Behavior Genetics, 31(3), 231–240. https://doi.org/10.1023/A:1010264715446

Geschreven door Hester Bastiaanse

Hester werkt als communicatieadviseur én is opnieuw de collegebanken van de universiteit ingestapt. Want ze is na zo'n acht jaar een tweede studie begonnen, jawel... (Klinische) Psychologie! Ze vindt gedrag van mensen het meest interessante dat er is. Van haantjesgedrag in de corporate wereld tot prestaties in de topsport: psychologie is overal te zien, als je goed kijkt. En er zit héél veel onderzoek en wetenschap achter. Super boeiend vindt ze dat!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *