Visuele illusies zetten het oog of het brein op het verkeerde been. Ook de natuur maakt dankbaar gebruik van onvolkomenheden in de waarneming. Camouflage is daarvan een illustratief voorbeeld. Het doel is onzichtbaar worden. Dat doe je door niet op te vallen en één te worden met de omgeving. Daar zit een grens aan. De grootste vijanden van perfecte camouflage zijn schaduw en beweging.
Er is trouwens nog een andere grens. Dieren moeten elkaar ook kunnen vinden om bijvoorbeeld te paren. Onzichtbaar zijn voor je vijanden is één ding, maar als je ook onzichtbaar bent voor je soortgenoten krijg je op den duur, als soort, een probleem.
Daarom: razzle dazzle
Razzle dazzle is een vorm van camouflage met als doel niet onzichtbaar te worden, maar juist op te vallen. Ik zie wenkbrauwen optrekken en voorhoofden fronsen.
Dit vraagt enige nadere uitleg.
Het idee stamt uit de Eerste Wereldoorlog. Een Amerikaanse schilder Abbot Handerson Thayer (1849 – 1921) ontdekte ‘disruptive coloration‘. We vinden dit bijvoorbeeld in de patronen op de vacht van zebra’s en giraffen. Dit patroon breekt de vorm in fragmenten, waardoor het lijkt alsof het object uit losse, niet samenhangende delen bestaat. Het valt daardoor niet meer als één figuur te identificeren. We nemen vormen namelijk niet waar als een omtrek, maar als lichtvlekken; pixels dus.
Overigens zien we vogels, bomen en gezichten niet als een verzameling pixels. Ergens in het brein wordt de binnenkomende informatie dusdanig gehercodeerd dat we de werkelijkheid uiteindelijk wel zien als volledige, samenhangende en niet-gepixelde oppervlakten.
Tenzij je via de retina het brein weet te foppen met effectief gezichtsbedrog…

Disruptieve coloratie
Dat gebeurt met disruptieve coloratie en het verklaart waarom de zwart-witte ‘camouflage’ van zebra’s zo geraffineerd is. Niets lijkt namelijk opvallender dan een zebra. Het is alsof het dier zichzelf van kilometers ver al aanprijst: ‘zie mij; eet mij’. Maar niets is minder waar.
Natuurlijk, een zebra alleen op de open vlakte van de savanne heeft inderdaad een probleem. Maar hoe zit het met tien of twintig? Wie ziet nu waar de ene ophoudt en de andere begint? Welk lijf hoort bij welke kop?
Je kunt je de verwarring voorstellen als een leeuw probeert zich op één dier te focussen. Die ziet een groot, kolkend gestreept decor als een fragmentatiebom uiteenspatten als ieder dier een veilig heenkomen zoekt.
Dazzle schepen
Thayer ontwikkelde op basis van zijn ontdekkingen een vorm van militaire camouflage die bekend staat onder de naam ‘dazzle ships’ (al snel tot ‘razzle dazzle’ omgedoopt). Door deze beschildering zouden ze nauwelijks als één geheel waar te nemen zijn, met als groot voordeel dat onderzeeboten hun torpedo’s niet adequaat konden richten op het doel.
Het was, net als bij zebra’s, niet de bedoeling het schip te verbergen en onzichtbaar te maken (probeer dat maar eens op open zee), maar de vijand op het verkeerde been te zetten bij het inschatten van type, grootte en snelheid. Ook was het moeilijk te zien of het schip van de toeschouwer wegvoer of juist naderbij kwam.
Op de foto’s is goed te zien welke onverwachte en verrassende beelden dat opleverde.
Overigens waren bij de effectiviteit de nodige vraagtekens te plaatsen. Na de Eerste Wereldoorlog zien we de dazzle ships in ieder geval niet meer terug.
In Engeland was de kunstenaar Edward Wadsworth (1889 – 1949) betrokken bij de ontwikkeling van de dazzle ships. Hij gebruikte het onderwerp ook als bron van inspiratie voor zijn beeldende werk. Hij was een vertegenwoordiger van de Engelse stroming die bekend staat onder de naam Vorticisme. Het voert te ver om daar nu dieper op in te gaan, maar één van zijn houtsneden (‘Dazzle ship in the drydocks’ uit 1918) wil ik de lezer niet onthouden. Al was het maar om aan te geven dat in de ideale wereld van de houtsnede de razzle dazzle wel degelijk een probate vorm van camouflage is.