Alzheimer, een buitengewoon meedogenloze en ongrijpbare sluipmoordenaar die langzaam maar zeker grip op geest en gelederen ontneemt. Wereldwijd lijden meer dan 35 miljoen mensen hieraan, terwijl er slechts 3 medicijnen goedgekeurd zijn ter behandeling. Daarbij staat de hersenziekte op nummer 10 in de rangorde van aandoeningen met de meeste ziektelast. Ver van je bed? In deze vergrijzende samenleving is Alzheimer dichterbij dan je denkt. Maar waar hebben we eigenlijk mee te maken? Jiska duikt voor Psyblog onder in de wereld van krimpende hersenen, eiwitophopingen, onderzoek-én behandelproblematiek, erfelijkheidsonderzoek en immens leed bij (on)zekerheid over diagnose. Psyblog legt uit in een drieluik!
Deze week: Alzheimer, wat is het, hoe herken je het en hoe vaak komt het voor in Nederland?
Wat is Alzheimer? Pathologie
Alzheimer is een progressieve onomkeerbare hersenziekte waarbij er in de zenuwcellen versnelde degeneratie van ‘beta-amyloïde’ plaatsvindt. De afbraak van dit eiwit verloopt niet naar behoren, waardoor er draadvormige eiwitophopingen genaamd ‘plaques’ en ‘tangles’ in de hersenen te zien zijn. Deze afbraakproducten beschadigen naburige hersencellen en diens verbindingen (de axonen en dendrieten), waardoor de normale werking verstoord raakt en het hersenweefsel afsterft. Met als gevolg dat het brein niet meer goed functioneert. (Nevid, Rathus, & Greene, 2008). Het krimpen van het brein zou één van de eerste zichtbare voorspellers van Alzheimer zijn (Giebel, 2016). Degeneratie van het entorhinale gebied is één van de eerste pathologische tekenen van de ziekte van Alzheimer (Vingerhoets, Kop, & Soons, 2002).
Uiteenlopende cijfers: Incidentie en jaarprevalentie in Nederland
In 2014 werd het aantal bestaande gevallen door Alzheimer Nederland geraamd op 260.000 (Volksgezondheidenzorg.info, 2016). Over het aantal nieuwe gevallen dementie en het aantal huidige gevallen van dit syndroom zijn de meningen verdeeld. Volgens de huisartsenregistratie ‘LIHN’ was de totale jaarprevalentie van personen met dementie in 2011 ongeveer 64.600. Het aantal nieuwe gevallen- incidentie- stond op 12.700. Steeds zijn er meer vrouwen dan mannen die de diagnose dementie hebben of krijgen. Bevolkingsonderzoek geeft echter zicht op een veel hogere prevalentie. Deze verschillen hebben onder meer te maken met de mate van herkenning en definitie. Zo herkent de omgeving van de patiënt de hersenziekte soms niet of acteert deze niet naar de signalen. Daarbij komt dat huisartsen verschillende diagnostische criteria hanteren en dementie in sommige gevallen niet herkennen. Uit de slechte herkenning van dementie bij mensen met een migratie-achtergrond, blijkt dat ook cultuur zowel bij diagnose als (zoeken van) behandeling een belangrijke rol speelt (Giebel, 2016).
Bekijk hier een video over 10 signalen van dementie.
Omgekeerde ontwikkelingstrap: klinische kenmerken ziekteverloop
Alzheimer kent verschillende stadia van geleidelijke achteruitgang. Bekend neurobioloog Dick Swaab noemt dit ziekteverloop tijdens het congres ‘Brainday 2015’ beeldend een ‘omgekeerde ontwikkelingstrap’ (Duurkoop & De Ruijter, 2016). Kenmerkend voor Alzheimer is een toenemend verlies van hersenfuncties.
Het eerste stadium kenmerkt zich door geringe geheugenproblemen en subtiele persoonlijkheidsveranderingen. Mensen vergeten in deze vroege fase bijvoorbeeld recente gesprekken en gebeurtenissen, herhalen zich en spreken minder vloeiend.
Met het verder vorderen van de ziekte in het volgende stadium wordt het zelfstandig functioneren steeds moeilijker. Deze middenfase van Alzheimer kenmerkt zich bijvoorbeeld door gebrekkige zelfzorg, het vergeten van namen, het niet herkennen van mensen, gedesoriënteerd raken in tijd en omgeving, een verstoring van (slaap)ritme, maar ook door psychotische verschijnselen als wanen en hallucinaties. In termen van persoonlijkheid worden mensen dikwijls onrustig, agressief of achterdochtig.
In het laatste stadium van Alzheimer is de patiënt volledig afhankelijk geworden van anderen. De geheugenproblematiek neemt toe en de lichamelijke manifestatie van Alzheimer- gewichtsverlies, incontinentie, moeite met kauwen en slikken e.d.- wordt steeds ernstiger. In deze fase kunnen patiënten zich nog maar nauwelijks uiten en begrijpen zij de omgeving niet meer. Dit kan zich uiten in heftige stemmingswisselingen en agressief dan wel onrustig gedrag (Alzheimer Nederland, 2016). De destructiviteit, agressiviteit, incontinentie en nachtelijk dwalen zijn daarbij ook zeer stressvol voor de omgeving (Nevid, Rathus, & Greene, 2008).
Volgende week: Problematische diagnostiek & gevolgen van Alzheimer voor kwaliteit van leven