Sinds Donald Trump verkozen is tot president van de Verenigde Staten van Amerika brengen psychiaters en psychologen ter sprake dat hij lijdt aan een psychische stoornis. In de komende drie delen ga ik dieper in op deze claim, bespreek ik de narcistische persoonlijkheidsstoornis, hoe narcisme ontstaat, en kijken we naar managers en politiek leiders met narcistische trekken. Vandaag het eerste deel:

Op 30 november 2016 ligt er een brief op het bureau van president Obama. De brief is afkomstig van drie psychiaters en ze schrijven dat ze grote zorgen hebben over de mentale stabiliteit van de aanstaande president Trump. Volgens hen vertoont hij symptomen van mentale instabiliteit, en de psychiaters vragen zich af of hij de enorme verantwoordelijkheden van het aankomend presidentschap aan kan. De drie psychiaters geven geen expliciete diagnose, uniek beeld van een individuele patiënt, of een classificatie, een noemer voor de verzameling symptomen die iemand heeft. Toch is duidelijk waar zij aan denken: Trump vertoont volgens hen kenmerken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Ze stellen voor dat een onafhankelijk team van onderzoekers Trump onderwerpt aan een medisch en neuropsychiatrisch onderzoek. We weten inmiddels welke impact de brief heeft gehad. Er kwam geen onderzoek, Trump werd gewoon president, en Obama hing in de eerste weken na zijn presidentschap vooral rond op een subtropisch eiland.

Een openbare diagnose

De vraag of Trump een narcistische persoonlijkheidsstoornis heeft is interessant, en meer psychiaters en psychologen mengen zich in de discussie. De verleiding is groot om de DSM 5 erbij te pakken en aan de hand van publieke optredens van Trump de criteria langs te lopen. Misschien komen we op die manier tot een classificatie van eventuele klachten, maar waarschijnlijk niet. De vraag is ook wat een classificatie oplevert, want een behandeling kunnen we toch niet starten. Daar komt bij dat sinds 1970 psychiaters in de VS geen mening mogen geven over een individu, zonder dat zij diegene hebben onderzocht en toestemming hebben om iets over hem of haar te delen.

De beroepscode voor psychologen in Nederland is hierover ook duidelijk, hoewel er meer ruimte voor interpretatie is. Artikel 24 in de Beroepscode voor psychologen vermeldt het volgende: “Wanneer psychologen professionele uitspraken doen in de media over personen, al dan niet met hun toestemming, betrachten zij daarbij terughoudendheid. Zij geven zich rekenschap van hun verantwoordelijkheid om schade te voorkomen”. Met andere woorden: het is niet verboden, maar gebruik je gezonde verstand. Laten we dus ons gezonde verstand gebruiken en kijken of we iets te weten kunnen komen over de narcistische persoonlijkheidsstoornis, het ontstaan van narcisme, en narcisme in het bedrijfsleven en de politiek.

Wat is narcisme?

Het begrip narcisme steekt regelmatig de kop op in nieuwsberichten, maar wat verstaan we hier eigenlijk onder? We kunnen onderscheid maken tussen narcistische trekken, die iedereen in meer of mindere mate vertoont, en een narcistische persoonlijkheidsstoornis. De narcistische persoonlijkheidsstoornis is een classificatie die gepaard gaat met een aantal criteria waaraan iemand moet voldoen. Hierbij is het van belang dat er sprake is van klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in sociaal of beroepsmatig functioneren. Psychologen en psychiaters classificeren een narcistische persoonlijkheidsstoornis door het in kaart brengen van iemands persoonlijkheidskenmerken. Vervolgens slaat men de DSM 5 erop na om te zien of iemand voldoende kenmerken vertoont om te kunnen spreken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis.

Kenmerken narcistische persoonlijkheidsstoornis

In het kort zijn de kenmerken van een narcistische persoonlijkheid als volgt:
1. Een opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid
2. Preoccupatie met fantasieën over grenzeloos succes, grenzeloze macht, genialiteit, schoonheid, of ideale liefde
3. Geloof dat hij of zij ‘uniek’ is, en alleen wordt begrepen door andere bijzondere mensen, of mensen met een hoge status
4. Een excessieve behoefte aan bewondering
5. Het gevoel bijzondere rechten te hebben (bijvoorbeeld een speciale voorkeursbehandeling, of dat er automatisch wordt voldaan aan zijn of haar verwachtingen)
6. Exploiteert anderen
7. Gebrek aan empathie, niet bereid zijn de gevoelens en behoeften van anderen te erkennen of er zich mee te identificeren
8. Vaak afgunstig zijn op anderen of geloven dat een ander afgunstig is op hem of haar.
9. Toont zich arrogant of hooghartig in houding of gedrag.

Wat kunnen we zeggen over Trump

Bij het lezen van bovenstaande criteria lijkt het duidelijk: Bij Trump kunnen we spreken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis. Uitspraken als “I alone can fix this” lijken vooral verkiezingsretoriek, maar het getuigt ook van een opgeblazen gevoel van belangrijk zijn. In zijn omgang met de media, waarbij Trump verwacht dat zij volgens zijn standaard verslag doen, lijkt hij een speciale behandeling van hen te verwachten. Een excessieve behoefte aan bewondering komt onder andere naar voren in het continu aanhalen van zijn verkiezingsoverwinning, en in het geven van zijn eigen interpretatie van het aanwezige publiek bij zijn inauguratie als president. Al met al lijkt Trump te voldoen aan een aantal criteria voor een psychische stoornis, en toch kunnen we bij hem niet spreken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis.

In het derde en laatste deel van deze serie gaan we daar dieper op in, maar voordat we dat doen duiken we in deel twee de wereld van de narcistische persoonlijkheidsstoornis in.

Geschreven door Bart van der Meer

Bart heeft de studie Clinical Psychology aan Universiteit Leiden gedaan. Hij liep praktijkstage bij PsyQ Centrum voor Persoonlijkheidsstoornissen in Den Haag. Bart werkt nu als psycholoog met volwassenen die een autismespectrumstoornis hebben. Psyblog.nl biedt de mogelijkheid om twee passies te combineren: Psychologie en schrijven.

2 comments

  1. Ik zou zeggen leest u mijn boek “Narcisme te lijf” daar staat alles in over narcisme. Overigens Trump is geen narcist alleen maar ook een succesvol psychopaat! Leest u hierover mijn boek: “Psychopathie te lijf”.
    In Nederland wordt narcisme en psychopathie niet geloofd door de meeste psychologen en psychiaters (behalve de forensische) omdat de meesten nog vast zitten aan de psychoanalyse van Freud, die een onvolledig begrip had, ook al was hij de bedenker van narcisme, NPS en PPS zij namelijk ernstige aandoeningen van het sociale brein. Niet te behandelen helaas.
    En haast niemand in de academische wereld behalve Prof Krone heeft over het sociale brein. Schandalig.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *