“Kom op, nog 4 herhalingen!”
“Straks niet vergeten om brood te halen.”
“Wat bedoelde hij eigenlijk met die opmerking?”
“Straks checken wanneer mijn rijbewijs verloopt.”
“Misschien ook weer naar de fysio?”
“Potverdorie, hoe kon je dat nou zo doen?!”
“Welke keuze moet ik maken?”
“KOFFIE!”


Hierboven een fragment uit een gesprek met mezelf. Waarschijnlijk niet zo boeiend voor jullie (ook niet per se voor mijzelf). Hoogstwaarschijnlijk wel herkenbaar; wie praat niet in zichzelf? Ben je ‘gek’ als je in jezelf praat? Nee, niet volgens Charles Fernyhough, professor psychologie in het Verenigd Koninkrijk en auteur van het boek In jezelf praten. Zijn belangrijkste boodschap? In jezelf praten, oftewel verbaal denken, hoort bij het menszijn. Best wel een geruststelling, toch?

Dialogisch denkmodel 


De professor weet al snel te overtuigen hoe bijzonder dit fenomeen eigenlijk is en hoe weinig we er nog van weten. Al snel wordt het dialogisch denkmodel geïntroduceerd: het idee van denken als een stem (of stemmen) in ons hoofd. Deze visie is de rode draad door het boek en houdt onder meer ook in dat in jezelf praten meerdere rollen en functies kan vervullen en dus ook verschillende vormen kan aannemen. Zo blijkt dat in jezelf praten zelfregulerend kan werken. Kijk bijvoorbeeld nog eens naar mijn gesprek met mezelf hierboven, de stem(men) in mijn hoofd. Verschillende functies zijn aan te wijzen: zelfaanmoediging, mezelf herinneren aan wat ik nog moet doen, zelfverwijt, een dilemma afwegen en het vaststellen van de dringende behoefte aan koffie. In jezelf praten helpt om je gedrag te begrijpen, structureren, of evalueren. Door middel van verbaal denken ben je je eigen coach, ouder, vriend of rivaal. Verbaal denken en cognitieve functies, met name executieve functies – parapluterm voor o.a. werkgeheugen, planning, overzicht – lijken hand in hand te gaan. Er wordt veel verteld over betrokken hersengebieden, echter met weinig ondersteuning van afbeeldingen. Je hoeft zeker geen neurowetenschapper te zijn om het boek te begrijpen, maar enige globale voorkennis van belangrijke hersenstructuren kan helpen om er vlotter doorheen te lezen.  

Diverse invalshoeken en verbaal denken

Wat volgt is een grote variatie aan verschillende invalshoeken en onderzoeken rondom dit fenomeen. Bijvoorbeeld met betrekking tot sporters die in zichzelf praten waarbij de stem van hun coach onderdeel van henzelf is geworden; kinderen die hardop in zichzelf praten bij het uitvoeren van taken; jongvolwassenen die onderworpen zijn aan hersenonderzoek en daarbij op commando dan wel natuurlijk verbaal denken; mensen met schizofrenie en hoe zij hallucinaties ervaren; en schrijvers die hun personages horen of voelen. Ook komen oude verhalen aan bod over in jezelf praten en/of het horen van (goddelijke) stemmen, bijvoorbeeld uit de Griekse mythologie en de Middeleeuwen. De auteur pleit om deze beschrijvingen niet te reduceren tot hallucinaties, maar ze te begrijpen in de context van de tijdsgeest.

Het boek maakt duidelijk dat in jezelf praten veel uitingsvormen kent en van veel verschillende invalshoeken kan worden bekeken. Historisch, filosofisch, psychologisch, cognitief, neurologisch, en cultureel. Het boek is dus erg informatief en de auteur weet bewondering te creëren voor het fenomeen in jezelf praten. Echter maakt dit ook dat het boek ook wat relatief complexe stukken bevat. Als je op een bepaald gebied voorkennis mist, kost het iets meer tijd om door het betreffende hoofdstuk heen te komen en de informatie goed te begrijpen. De auteur wil de lezer helpen door zowel net voor de helft als op het einde een algemene beschrijving te geven van de belangrijkste punten tot dusver en hoe verschillende onderwerpen met elkaar samenhangen.

Auditieve hallucinaties, nier per se een psychiatrisch syndroom

De tweede helft van het boek is beduidend makkelijker te lezen. De nadruk ligt op schizofrenie en (auditieve) hallucinaties (het horen van stemmen). Enerzijds heeft dit te maken heeft met het feit dat in jezelf praten en ‘stemmen horen’ misschien nog het dichtst bij elkaar ligt. Een belangrijk verschil is het besef of stemmen vanuit jezelf gekomen (interne bron) of de overtuiging dat ze van iemand anders zijn (externe bron). Bij schizofrenie lijkt er iets mis te gaan in de verwarring van interne en externe bronnen. Anderzijds wordt al snel duidelijk dat de auteur het meest expert is op dit gebied. Zijn missie is duidelijk: begrip creëren voor auditieve hallucinaties en dat dit niet per se een psychiatrisch symptoom is. Stemmen horen hoort bij iemand, net als het ‘gezonde’ verbale denken, en het komt ergens vandaan. Er blijkt een dosis-effect relatie te zijn met traumatische gebeurtenissen: hoe meer deze in iemands leven zijn gebeurd, hoe groter de kans op het ontwikkelen van hallucinaties/schizofrenie. Stemmen die verdwijnen, verdwijnen niet echt: mensen leren om deze te beheersen, als onderdeel van zichzelf. De professor weet begrip en empathie te creëren door te beschrijven dat we in feite allemaal gefragmenteerd zijn. Ons ‘ik’ bestaat uit verschillende aspecten en verandert continue onder invloed van alles wat we meemaken. Sommige mensen zijn meer gefragmenteerd dan anderen en hebben meer moeite om een coherent ‘ik’ te vormen.

Verbaal denken: een bijzonder fenomeen

Al met al een interessant en informatief boek dat niet altijd even makkelijk leest, maar wel veel nieuwe perspectieven biedt op het fenomeen van in jezelf praten. Verbaal denken is er continue en het is makkelijk om te vergeten hoe bijzonder dit fenomeen is, uniek en van belang voor ons menszijn. Als je daaraan herinnert wil worden of er nog van overtuigd moet raken, dan is dit boek zeker een aanrader!

Geschreven door Maria Karabatzakis

Maria Karabatzakis heeft in 2013 de bachelor Psychologie en Gezondheid afgerond aan de Universiteit van Tilburg en in 2015 de master Medische Psychologie. Medische Psychologie is een breed vakgebied waarin de relatie tussen lichamelijke gezondheid en psychisch welbevinden centraal staat. Binnen deze master heeft ze gekozen voor het accent neuropsychologie vanwege interesse in de relatie tussen hersenen en gedrag. Momenteel promoveert ze op de PIT-studie met als doel om een psychosociale screeningslijst te ontwikkelen voor ongevalspatiënten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *