Je kunt op verschillende manieren naar gedrag, persoonlijkheidsstoornissen, en mentale aandoeningen kijken. Zo ligt in de sociale psychologie de nadruk op de invloed van andere personen en de omgeving, kijkt een neuropsycholoog wat er in de hersenen gebeurt, en bestudeert de ontwikkelingspsychologie de veranderingen die tijdens ons leven optreden. Oftewel, iedere discipline heeft zijn eigen verklaringskader. Deze verklaringen sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan. Maar wat als je eens verder kijkt dan een enkel mensenleven? En waarom bestaan sommige aandoeningen eigenlijk, wat kan hun functie zijn? Als je de bril van de evolutionaire psychologie opzet kijk je terug in de tijd om antwoorden op dergelijke vragen te vinden.

Darwin als hoeksteen

De evolutionaire psychologie hanteert de principes van evolutie, natuurlijke selectie, en seksuele selectie om gedrag te verklaren*. Ze geeft daarmee een extra verklaringskader naast dat van andere psychologische disciplines. Wat gebeurt er als we vanuit deze invalshoek naar mentale aandoeningen kijken? Een paar voorbeelden.

Lees ook: Game of Thrones: Succesvol dankzij onze evolutie? 

Overstekend wild

Naast de eerdergenoemde principes gaat de evolutionaire psychologie ervan uit dat wij als moderne mensen nog steeds met hetzelfde brein als onze verre voorouders uit de steentijd rondlopen. Op de savanne moesten onze voorouders constant op hun hoede zijn: tussen het gras en achter de bomen wemelde het van de roofdieren, ziekteverwekkers, en vijandige medemensen. Een angstreactie kan dan levensreddend zijn. Hier komt het ‘rookmelder principe’ om de hoek kijken: het is beter een keertje vals alarm te slaan dan bijvoorbeeld achteloos door een roofdier te worden opgegeten. De oermensen die een grotere mate van angst ervoeren (bij wie het brein vaker alarm sloeg) waren voorzichtiger en hadden dus meer kans om te overleven. Zodoende werd deze eigenschap doorgegeven aan het nageslacht. Inmiddels is onze omgeving over het algemeen een stuk minder gevaarlijk, waardoor ons oerbrein met grotere regelmaat vals alarm slaat dan ten tijde van onze savanne avonturen. Niet iedereen is even angstig: er zijn verschillen tussen personen en deze variatie is (deels) erfelijk. Waar variatie is, zijn extremen. Je zou dus kunnen stellen dat bij iemand met een angststoornis de rookmelder dusdanig scherp staat afgesteld dat dit het normale leven van de persoon ontregelt.

Apenrots

En wat heeft iemand met een angststoornis aan die kennis? Die kennis kan aanleiding zijn voor nieuwe theorieën en behandelmethoden, zoals bij depressie het geval is geweest. Onze voorouders leefden in relatief kleine groepen dus je hoefde niet veel mensen af te troeven om ergens de beste in te zijn (je vergelijkingsgroep was relatief klein). Dat was goed voor je zelfvertrouwen, status, en aanzien binnen de groep, en het vergrootte je voortplantingskansen en -mogelijkheden. De huidige technologieën houden ons in die zin een pijnlijke spiegel voor: er is altijd wel iemand die beter, sneller, mooier, rijker is. Dag status, dag aanzien, dag voortplantingskansen: welkom onrealistische doelen die je niet zult bereiken.

Ilardi heeft een effectieve behandeling voor depressie ontwikkeld, gebaseerd op de leefstijl van onze voorouders. Slaap, dieet, beweging in de buitenlucht, daglicht, tijd met familie en vrienden – op deze en andere factoren grijpt de behandeling in. En nee, je hoeft daarbij niet op de savanne je eigen dagelijkse kostje bij elkaar te scharrelen.

Perfectie

Evolutie en natuurlijke selectie zijn geen processen die een einddoel dienen, hebben niets met moraliteit te maken, en leiden niet tot perfecte organismen. Neem bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer: het levert de persoon met deze ziekte geen voordelen op en het heeft geen enkele nuttige functie. Waarom bestaat een dergelijke ziekte dan nog? Twee factoren spelen een rol. Een van de risicofactoren voor de ziekte van Alzheimer is een genetische aanleg, en in verreweg de meeste gevallen uit de ziekte zich pas na de vruchtbare leeftijd. Oftewel, iemand die de genetische aanleg voor de ziekte heeft kan dat doorgeven aan zijn of haar kinderen, die het weer kunnen doorgeven aan hun kinderen, enzovoorts. Dat zou niet het geval zijn als de ziekte zich rond je vijftiende of eerder zou ontwikkelen.

Oogkleppen

De evolutionaire psychologie biedt een interessante kijk op gedragingen en aandoeningen, en kan verklaringen bieden die een hoog ‘ach ja, natuurlijk!’-gehalte hebben. Vergeet echter de rol van toeval en domme pech niet. Hoe graag we het ook willen, waarschijnlijk is niet elk gedrag of elke aandoening te verklaren door te zoeken naar het nut of de functie ervan. Daarnaast staan de door de evolutionaire psychologie geopperde theorieën vaak nog in de kinderschoenen: er is veel onderzoek nodig om aannames en hypothesen te ondersteunen dan wel te falsifiëren. En daarbij is geen rol weggelegd voor de bijziende idealist die zijn kritische bril heeft thuisgelaten of zijn scherpe blik laat beperken door een paar oogkleppen.

* In het kort: Organismen die het beste zijn aangepast aan hun omgeving hebben de grootste kans om te overleven en hun genetisch materiaal door te geven (natuurlijke selectie), eigenschappen die als aantrekkelijk worden ervaren vergroten je voortplantingskansen (seksuele selectie). Alle levensvormen stammen af van een gemeenschappelijke voorouder en door o.a. de twee genoemde processen zijn diersoorten door de tijd heen aan verandering onderhevig (evolutie).

Bronnen:

Workman, L., & Reader, W. (2014). Evolutionary Psychology (3e druk). Cambridge, Verenigd Koninkrijk: University Printing House.

Van der Flier, W., & De Vught, M. (2018). De ziekte van Alzheimer. In R. Kessels, P. Eling, R.

Ponds, J. Spikman, & M. Zandvoort (Red.), Klinische Neuropsychologie (pp. 423-441). Amsterdam, Nederland, Boom Uitgevers Amsterdam.

Geschreven door Martin van den Heuvel

Leergierig, kritisch. Vragen blijven stellen. Bezig blijven: studeren naast een voltijdbaan. Als Martin zijn bachelor psychologie aan de OU heeft behaald, gaat hij een master gezondheidspsychologie of klinische psychologie volgen, want het blijft fascinerend om te ervaren hoe je kijk op de (sociale) wereld veranderd met elk geleerd vak. Maar, komt hetgeen wij leren uiteindelijk wel bij diegenen terecht die het nodig hebben, en in een begrijpelijke vorm? Dat vind hij een interessante vraag. Martin schrijft graag over wat hem opvalt, om daarmee mensen aan het denken te zetten. Als Martin niet aan het studeren of lezen is, dan probeert hij afwisselend sociaal, muzikaal, en sportief bezig te blijven. Kan hij trouwens ook tegelijkertijd, maar dat is geen aanrader.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *