Te dik, te dun, te klein of te lang zijn, maar ook een andere afkomst hebben of bij de LGBTIQIA-community horen kan jongeren een doelwit maken voor pesten. Een pester kiest vaak iemand uit die ‘anders’ is dan de rest om het pesten te justificeren. Waardoor het slachtoffer van het pesten het vaak ook zo zal verklaren; ’Dit gebeurt omdat IK anders ben.’. Stel je voor dat je jezelf als anders ziet, wat voor impact dat heeft op je zelfbeeld en je beeld van anderen. Pesten heeft een grote impact, dat zo diepgeworteld kan worden dat het levenslang gevolgen heeft. Er zijn verscheidene campagnes en organisaties die zich inzetten tegen pesten. Met de focus voornamelijk op de gevolgen voor het slachtoffer van pesterij; onzekerheid, depressie (wat in ergste gevallen kan leiden tot zelfmoord) en nog veel meer. Ondanks dat de consequenties bekend zijn, wordt er alsnog veel gepest. Dus hoe zit het met de pesters zelf, wat maakt hen ‘anders’?

pesten pesters

Onzekerheid en pesten

De bekendste verklaring voor pesten is de onzekerheid van de pester die wordt geprojecteerd op anderen, maar is dit daadwerkelijk het geval? Onderzoek is namelijk niet consistent in de resultaten van de relatie tussen zelfvertrouwen en pestgedrag. Dit komt waarschijnlijk omdat er verschillende soorten pesters zijn met elk een eigen motief en impact op de pester. Victim-bullies zijn pesters die zelf ook gepest worden of gepest zijn. Zij ervaren al de onzekerheid ten gevolge van gepest worden en projecteren dit inderdaad op anderen ter bescherming tegen het pesten. Terwijl de pure-bullies zelf niet gepest worden en ook nooit gepest zijn. Deze groep pesters voelt zich vaak superieur en rechtvaardigen het pesten met het idee van superioriteit.

Kijkend naar zelfvertrouwen en de betrokkenen van pesten (pester, slachtoffer en bijstanders) hebben de pure bullies het meeste zelfvertrouwen en de victim-bullies het minst. Ook opvallend is dat het vertonen van pestgedrag het zelfvertrouwen doet stijgen, vooral bij vrouwelijke pure bullies.

Attitudes naar pesten

In films en series wordt de pester altijd als schurk geportretteerd en voel je waarschijnlijk afkeuring naar dat personage. In dat geval heb je is een negatieve expliciete (bewuste) attitude naar pesten toe. Alleen betekent dat niet per se dat er een negatieve impliciete (onbewuste) attitude is. Het hebben van een positieve impliciete mening naar pesten wordt over het algemeen onderdrukt door een sterke negatieve expliciete mening. Maar wanneer er gebrek is aan inhibitie, ontbreken ook reflectieve processen en nemen impliciete attitudes het over. Dat kan leiden tot pestgedrag. Want als je een bepaald gedrag goedkeurt waarom zou je het dan niet zelf vertonen?

Hoe kan het dan dat sommige mensen deze positieve kijk hebben op pestgedrag? Er zijn meerdere externe factoren die hier een rol bij kunnen spelen. Wanneer pesten onderdeel is van de groepsnorm en  beloond wordt met status en populariteit. Maar ook bij het hebben van een ongunstige thuissituatie kan pesten gezien worden als een mogelijkheid om het probleem ‘op te lossen’ door zich agressief te gedragen. Daarnaast wordt pestgedrag vaak aangeleerd door familieleden die agressie vertonen. Een kind kan thuis leren dat het pestgedrag kan gebruiken om onder klusjes uit te komen en versterkt worden door de positieve feedback zoals het gelach van klasgenoten bij pestgedrag.

pesten pester

Psychisch welzijn

Op het gebied van psychische stoornissen zien we er aantal regelmatig terug bij pesters. Als eerste de normoverschrijdende gedragsstoornis, waarbij kinderen agressie tonen naar anderen, regels ernstig overtreden en participeren in crimineel gedrag. Deze gedragsstoornis zou zich op latere leeftijd kunnen ontwikkelen tot een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Ook trekken van narcisme kunnen aanwezig zijn; waarbij er een opgeblazen, maar kwetsbaar zelfbeeld is. Het pesten wordt dan gebruikt als middel om eigenwaarde te herstellen bij ‘bedreigingen’ voor vernedering. Maar ook depressie en angst kunnen voorkomen, voornamelijk onder victim-bullies.

Daarnaast kunnen pesters problemen hebben met het reflecteren op gedrag, zowel dat van henzelf als dat van anderen. Zo kan het zijn dat een pester zichzelf niet identificeert als pester terwijl anderen hem of haar wel zo identificeren. Of er kan sprake zijn van een vijandige attributie bias. Wanneer bijvoorbeeld iemand tegen hen aanloopt, interpreteren zij dat als een vijandige handeling waarop gereageerd moet worden, pesten is in dit geval ‘wraak’. Dit zou ook goed verklaren waarom voornamelijk victim-bullies veel reactieve agressie (agressie als reactie op een emotionele staat) vertonen. Wat betreft empathie kan deze in mindere mate aanwezig zijn, maar het kan ook dat alleen de stap naar sympathie ontbreekt. De pester kan erkennen wat de ander voelt, maar omdat dat het doel was zal hij of zij geen sympathie tonen.

Tot slot

Pesten heeft voor alle betrokkenen veel consequenties. Zoals verteld kunnen er verschillende factoren zijn die ertoe leiden dat iemand gaat pesten, wat het een complex probleem maakt. Toch zou het betrekken van het perspectief van pesters toegevoegde waarde kunnen hebben in de strijd tegen pesten.

Bronnen
– Crick & Dodge (1994). A review and reformulation of social information-processing mechanisms in children’s social adjustmentPsychological Bulletin.
– Fraser (2023). Bullying as Empathy Gone Wrong. Psychology Today.
– Kumpulainen, K. (2008). Psychiatric conditions associated with bullying. International journal of adolescent medicine and health.
– Mark, Värnik & Sisask (2019). Who Suffers Most From Being Involved in Bullying-Bully, Victim, or Bully-Victim? Journal of School Health.
– Meland, Rydning, Lobben, Breidablik & Ekeland (2010). Emotional, self-conceptual, and relational characteristics of bullies and the bullied. Scandinavian Journal of Public Health.
– Pollastri, Cardemil & O’Donnell (2009). Self-Esteem in Pure Bullies and Bully/Victims: A Longitudinal Analysis. Journal of Interpersonal Violence.
– Sword & Zimbardo (2016). Bullies. Psychology Today.
– Van Goethem, Scholte & Wiers (2010). Explicit- and Implicit Bullying Attitudes in Relation to Bullying Behavior. Journal of Abnormal Child Psychology.

Geschreven door Aïcha Curtis

Aïcha is student psychologie aan Universiteit Leiden. Haar interesses liggen nu vooral in klinische, sociale en ontwikkelingspsychologie. Maar ook de wat meer filosofische kant van psychologie, als ‘goed en slecht’, vindt ze leuk. Verder lijkt het haar ook leuk het later met criminologie te gaan combineren: slachtofferhulp en bij rechtszaken evalueren of de dader ontoerekeningsvatbaar is.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *