Sigmund, iedereen kent ‘m wel. De getekende antiheld in de wondere wereld van de psychiatrie. Met zijn politiek zeer incorrect en veelal onprofessionele uitspraken, is hij nou niet bepaald het toonbeeld van een kundige en ethisch verantwoorde professional. Ondanks dat het gros van zijn uitlatingen ‘van de koude grond zijn’ bevatten ze een sterk menselijk aspect en lijken ze niet zo gek ver af te liggen van de heersende consensus over de psychiatrie en diens afnemer. Zonder twijfel valt stripheld Sigmund zelf ook een psychopathologie ten deel. De vraag die deze week de gemoederen bezigt houdt naar aanleiding van ‘Kijken in de Ziel van Psychiaters (deel 3)’ is dan ook: wat zijn eigenlijk de kenmerken van een goede psychiater?

Wat kenmerkt een goede psychiater (en wat niet)?

Coen Verbraak zoomt in de loop van het interview in op persoonlijke kwaliteiten, beperkingen en ervaringen van psychiaters en verkent vervolgens de waarde en invloed hiervan zowel zakelijk als privé. Bakker, Van de Mast, Swinkels en Van Rhee vertellen over hun persoonlijke beleving en hoe dit hen helpt in het vak. Bakker beticht psychiaters van een groot ego, angstigheid en seksuele buitenissigheden, maar merkt samen met de genoemde collega’s dat dergelijke persoonlijke problemen veelal helpen in de beroepspraktijk. Het helpt volgens Bakker om te bepalen wat er nodig is. Van Rhee formuleert zelfs: De psychiater is soms zelf patiënt. In die zin helpt de zorgvrager de zorgverlener. Mensen kiezen dit vak om zichzelf te helen observeert Louis Tas met oog hierop. Swinkels merkt hierbij op dat persoonlijke problemen niet randvoorwaardelijk zijn voor een gedegen beroepsuitoefening, maar ze resulteren vaak wel in een betere psychiater. Over de rol en waarde van boekenkennis ten opzichte van mensenkennis, ofwel theorie vs. praktijkervaring, lopen de meningen uiteen. Volgens Rene Kahn en Nelleke Nicolai is ervaring geen grondvoorwaarde. Jong en enthousiast zijn maakt net zo effectief, aldus Nicolai. Voor Kahn dekt boekenkennis hierin de lading.holzfigur-980784_1280

Dit interessante thema roept bij mij als kijker een aantal vragen op:
Wat voor rol spelen de persoonlijke kwaliteiten, beperkingen en mentale problemen van de psychiater en wat zegt de beroepscode erover? Deze vraag is terug te voeren op het basisprincipe deskundigheid. Onder artikel ‘grenzen van beroepsmatig handelen’ staat bijvoorbeeld dat de psychologen hun eigen beperkingen moeten onderkennen en zo nodig steun van andere deskundigen moeten inroepen of cliënten moeten doorverwijzen. Bij persoonlijke problemen dient op tijd deskundig advies en ondersteuning van anderen verkregen te worden. Loopt de persoonlijke problematiek echter zo hoog op dat er niet meer op een verantwoorde wijze kan worden gewerkt, dan dient men het professionele handelen zelfs te staken (Soudijn, 2012). Vooral het verhaal van oud-psychiater Van Rhee roept vragen op. Deze psychiater leed zelf jarenlang aan een hardnekkige psychopathologie, welke veel impact had op het functioneren op privévlak. Van Rhee was volgens eigen zeggen zelf patiënt, maar bleef actief als psychiater en vroeg geen deskundige hulp. Hier valt de vraag te stellen of Van Rhee werkelijk rekenschap gaf van zijn eigen beperking en in hoeverre de patiënt hier de dupe van is geworden. Volgens Soudijn had Van Rhee in dit kader slechts twee keuzes gehad: doorverwijzen of zelf veranderen (Soudijn, 2012).

masks-833421_1280

De opmerkingen van Bram Bakker over psychiaters die seksueel misbruik begaan/ondergaan en er zelf niets van bakken [in het privéleven?], trekt het basisprincipe integriteit in twijfel. De NIP-code verbiedt seksuele toenaderingspogingen en seksuele relaties. Seksuele gedragingen ten opzichte van de cliënt, hoewel niet verder geëxpliceerd, zijn niet ethisch, zo valt er onder de verordeningen met betrekking tot rolintegriteit te lezen. Zelfs na de professionele relatie moet de psycholoog zich terughoudend opstellen ten aanzien van vroegere cliënten. Mochten erotische toenaderingspogingen vooralsnog plaatsvinden, dan zijn er kanttekeningen te plaatsen over de eerlijkheid van de psychiater. Misbruikt hij of zij niet zijn kennis, vaardigheden of overwicht in deze situatie? Hoe dan ook, bij intieme relaties met cliënten kan de psychiater niet meer zijn professionele afstand tot de betrokkenen bewaren of garanderen dat diens belangen ongeschonden blijven.man-67330_1280

Met oog hierop valt ook op te merken dat ‘zelf dingen meegemaakt hebben’, hetgeen door veel tafelgasten van toegevoegde waarde wordt geacht voor de professie, deze professionele afstand kan compromitteren. Je identificeren met de problematiek van de patiënt heeft iets weg van projectie en doet vragen stellen over objectiviteit. Hierover wordt onder de paragraaf ‘betrouwbaarheid’(basisprincipe integriteit) opgemerkt dat psychologen onafhankelijk en objectief dienen op te treden (Soudijn, 2012). Met oog op het ‘theorie vs. praktijkervaring-debat’ moet hier worden opgemerkt dat er een verschil is tussen levenservaring in overweging nemen bij behandeling en je hierdoor laten leiden.direction-1033278_1280

Naar aanleiding van dit gesprek valt te betwijfelen of de psychiaters de verantwoordelijkheid voor hun eigen beroepsmatig handelen kunnen nemen.
Immers, in hoeverre kunnen de door persoonlijke problemen beperkte professionals de kwaliteit en continuïteit van hun beroepsmatig handelen garanderen? Ondanks dat de interviewfragmenten niet tot in detail de gedragingen en gedachten van psychiaters uitdiepen, valt op te merken dat het beeld dat hier geschetst wordt de zelfbescherming van de professie (eerste richtlijn verantwoordelijkheid) niet ten goede komt:

“De psycholoog onthoudt zich van gedragingen waarvan hij weet of redelijkerwijs kan voorzien dat deze het vertrouwen in de wetenschap van de psychologie, de psychologiebeoefening of in collega’s kunnen schaden (Soudijn, 2012)”.

 

Alle afleveringen van Kijken in de ziel: Psychiaters zijn terug te vinden via deze link

 

Geschreven door Jiska Duurkoop

Jiska is afgestudeerd in de toegepaste psychologie en werkt als levensloopcoach in de autismezorg. Lezen en schrijven om nieuwe werelden te verkennen, deed Jiska al voordat zij haar veters kon strikken. Tot op heden heeft haar pen altijd haar verwondering gevolgd. Vandaag de dag gaat haar aandacht uit naar hoe kennis benut kan worden om de kwaliteit van (samen)leven te verbeteren. Dit bracht Jiska onder meer tot het onderzoeken van de spraakmakende diversiteittraining ‘Blue Eyes Brown Eyes’, beter bekend als ‘Het Grote Racisme Experiment’. Hierover schreef zij voor PsyblogNL een veelgelezen ervaringsverslag. Het jaar 2018 belooft voor Jiska ook een bijzonder jaar te worden ten aanzien van het schrijverschap: van haar hand verschijnt het debuut StraatPraat (www.straatpraat.eu), over de eigentijdse geheimtaal straattaal.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *