Ik stel me voor dat ik bij Sigmund Freud op zijn psychische pijnbank lig, ogen dicht, geheel ontspannen. Ik observeer de gedachten en bijbehorende associaties die vanuit de stoofpan van mijn onderbewuste naar de oppervlakte borrelen. Ik zie een man met een baard die me pen en papier aanreikt. Hij knikt. Ik snap de hint. Niets dan lof over de doden, denk ik bij mezelf: schrijf iets positiefs over Freud. Vooruit dan maar, want tegen de wensen van je onbewuste kun je geen nee zeggen.

Concreet

Het werk van de jonge Freud is allesbehalve abstract te noemen. Hij volgde met succes een opleiding geneeskunde, publiceerde artikelen over neuroanatomie, en werkte in het Vienna General Hospital. Daar hield hij zich bezig met neurofysiologie en bleek hij een begaafd diagnosticus op het gebied van hersenschade. Een paar jaar en een uitstapje naar Parijs later was hij voldoende gekwalificeerd om een eigen praktijk op te zetten. Doel: de behandeling van neurologische ziekten. Om zijn doelgroep wat uit te breiden besloot hij ook mensen met hysterie* te behandelen, destijds (rond 1885) zeer ongebruikelijk. Hoewel geld een rol speelde, was Freud een van de weinigen die dergelijke personen serieus nam. Dat de zoektocht naar de juiste behandelmethode uiteindelijk leidde tot de abstracte begrippen en theorieën waar veel mensen Freud mee associëren moeten we maar voor lief nemen.

* een psychische aandoening waarbij er sprake is van fysiologische symptomen zonder duidelijke organische oorzaak. Oftewel: er is duidelijk iets mis, maar we weten niet waar in het lichaam de oorzaak zit)

beschermingsmechanismen freud

Afweermechanismen

Later in zijn leven heeft Freud, samen met zijn dochter Anna, een aantal afweermechanismen van ons onbewuste beschreven. Kort gezegd zijn dat onbewuste mechanismen waarmee we ons zelfvertrouwen op peil en gevoelens van angst buiten de deur te houden – ze zijn het pekel dat ons gevoel van zelfbehagen conserveert.

Twee voorbeelden:
1. Zoek een park, strijk neer op een bankje met goed uitzicht en wacht. Grote kans dat er een geagiteerde hondenbezitter met zijn viervoeter voorbijkomt die het beestje als uitlaatklep voor zijn eigen portie dagelijkse stress en irritatie gebruikt. In plaats van zijn frustratie op de daadwerkelijke bron (Aanvaring met een collega? Ruzie over de   kinderen?) te botvieren, wordt een veiliger doelwit geselecteerd. We spreken dan van displacement: het doelwit van je irritatie of boosheid is niet de originele bron.

2. Als je een excuus gebruikt om je eigen gedrag goed te praten dan ben je aan het     rationaliseren. Stel dat je niet wordt uitgenodigd voor een feestje, en dat steekt je,  wat doe je dan? Je vertelt jezelf dat er waarschijnlijk toch niets aan zal zijn, dat er      geen leuke mensen komen, en dat je wel wat beters te doen hebt. Zo, je zelfbeeld is      gered. Dat heeft je ego weer mooi opgelost.

sigmund freud

Opmaat naar de persoonlijkheidspsychologie

In de jaren twintig van de vorige eeuw werden de ideeën en theorieën van Freud door de meeste psychologen bekritiseerd of genegeerd. Oftewel, als serieuze wetenschapper bleef je er verre van. Echter, een decennium later zag een nieuwe generatie psychologen het abstracte werk van Freud juist als hypothesen die experimenteel onderzocht konden worden. Er werd onder meer onderzoek verricht naar dromen, persoonlijkheidsontwikkeling, en ervaringen uit de kindertijd. De nadruk ligt dus op persoonlijke ervaringen en persoonlijkheid: enkele jaren daarvoor waren dat nog onderwerpen waar de wetenschap niet veel mee ophad. Zo werd in 1921 de dissertatie van Allport over persoonlijkheid nog met afkeuring ontvangen en als niet-wetenschappelijk gezien.

Je kunt dus stellen dat het werk van Freud het zaad is geweest waaruit later de  persoonlijkheidspsychologie zou ontstaan, een belangrijke tak van de psychologie waarbij het individu en zijn persoonlijkheid centraal staan. Daarnaast introduceerde Freud het gesprek als behandelmethode – denk aan zijn bekende sofa. En hoewel over de onbewuste motivaties voor gedrag gediscussieerd kan worden, zijn de door de oude Freud en zijn dochter Anna beschreven afweermechanismen voor velen herkenbaar.

Waar het hart vol van is, loopt de mond van over

Dat is een interessant spreekwoord om mee af te sluiten in de context van Freud. Het is namelijk niet van toepassing op zijn abstracte theorieën en afweermechanismen, maar het zegt misschien wel iets over de man zelf.  Ach, die associaties. A dirty mind is a joy forever.

Bron: Fancher &  Rutherford (2017). Pioneers of psychology (5e druk).

Geschreven door Martin van den Heuvel

Leergierig, kritisch. Vragen blijven stellen. Bezig blijven: studeren naast een voltijdbaan. Als Martin zijn bachelor psychologie aan de OU heeft behaald, gaat hij een master gezondheidspsychologie of klinische psychologie volgen, want het blijft fascinerend om te ervaren hoe je kijk op de (sociale) wereld veranderd met elk geleerd vak. Maar, komt hetgeen wij leren uiteindelijk wel bij diegenen terecht die het nodig hebben, en in een begrijpelijke vorm? Dat vind hij een interessante vraag. Martin schrijft graag over wat hem opvalt, om daarmee mensen aan het denken te zetten. Als Martin niet aan het studeren of lezen is, dan probeert hij afwisselend sociaal, muzikaal, en sportief bezig te blijven. Kan hij trouwens ook tegelijkertijd, maar dat is geen aanrader.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *